Coronavirus: nieuwe aanpassing van het MB essentiële en niet-essentiële diensten

Op basis van een advies van de Groep van Experts belast met de Exit Strategie (GEES) heeft de Nationale Veiligheidsraad van 24 april een afbouwstrategie voorgesteld. Deze bestaat uit verschillende fases, waarvan de eerstvolgende al start op 4 mei. Een overzicht van de verschillende fases vindt u in één van onze nieuwsberichten.

maladie (3)

Vanaf 4 mei (en vervolgens ook op 11 en 18 mei) zullen heel wat ondernemingen of afdelingen van ondernemingen opnieuw morgen heropstarten. Natuurlijk zullen nog heel wat maatregelen in acht genomen moeten worden om de veiligheid en de hygiëne op het werk te waarborgen.

Om deze heropstart te reguleren werd ook het MB van 23 maart 2020 (essentiële en niet-essentiële diensten) herzien (MB van 30 april 2020). Voor het onderscheid tussen wat essentiële en niet essentiële diensten zijn, verwijzen we nog steeds naar ons vorige nieuwsbericht.

Een belangrijk instrument bij de heropstart is ook de generieke gids die de interprofessionele sociale partners (waaronder Unisoc) hebben opgesteld om veilig weer aan het werk te gaan. Deze gids kan verder door de sectoren ingekleurd worden. De FOD WASO houdt op haar website bij welke sectoren al initiatieven ondernomen hebben.

 

Essentiële ondernemingen (artikel 3 MB)

Voor deze ondernemingen verandert er niet veel. Ondernemingen van de cruciale sectoren en de essentiële diensten, met inbegrip van producenten, leveranciers, aannemers en onderaannemers van goederen, werken en diensten die essentieel zijn voor de uitvoering van de activiteit van deze ondernemingen en deze diensten zijn nog steeds gehouden om, in de mate van het mogelijke, het systeem van telewerk en de regels van social distancing toe te passen.

Sectoren en werkgevers behorende tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten en die hun activiteiten niet hebben onderbroken en die zelf reeds de nodige veiligheidsmaatregelen hebben genomen, kunnen de generieke gids gebruiken als inspiratiebron.

Verder bepaalt het nieuwe MB nog dat de lokalen en werkplaatsen van de ondernemingen van de cruciale sectoren en de essentiële diensten toegankelijk zijn voor alle publiek, maar enkel binnen de grenzen voorzien in de bijlage van dit besluit en voor zover de interacties met het publiek niet kunnen plaatsvinden op afstand. De regels van social distancing moeten in de mate van het mogelijke worden nageleefd.

 

Niet-essentiële ondernemingen (artikel 2 MB)

Voor hen veranderen wel een aantal regels:

  • Telewerk is aanbevolen (en niet langer verplicht) bij alle niet-essentiële ondernemingen, welke grootte zij ook hebben, voor alle personeelsleden wiens functie zich ertoe leent.
  • Indien telewerk niet wordt toegepast, nemen de ondernemingen de nodige maatregelen om de maximale naleving van de regels van social distancing te garanderen, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon. Deze regel is eveneens van toepassing op het vervoer georganiseerd door de werkgever.

De ondernemingen nemen tijdig passende preventiemaatregelen om de toepassing van de regels voorzien in de vorige paragraaf te garanderen of, indien dit niet mogelijk is, een minstens gelijkwaardig niveau van bescherming te bieden.

Deze passende preventiemaatregelen zijn veiligheids- en gezondheidsvoorschriften van materiële, technische en/of organisatorische aard zoals bepaald in de generieke gids om de verspreiding van COVID-19 op het werk tegen te gaan, aangevuld met richtlijnen op sectoraal en/of ondernemingsniveau, en/of andere passende maatregelen die minstens een gelijkwaardig niveau van bescherming bieden. Collectieve maatregelen hebben steeds voorrang op individuele maatregelen.

Deze passende preventiemaatregelen worden op ondernemingsniveau uitgewerkt en genomen met inachtneming van de regels van het sociaal overleg in de onderneming, of bij ontstentenis daarvan in overleg met de betrokken werknemers, en in overleg met de diensten voor preventie en bescherming op het werk.

De ondernemingen informeren de werknemers tijdig over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken hen een passende opleiding. Ze informeren ook derden tijdig over de geldende preventiemaatregelen.

Werkgevers, werknemers en derden zijn ertoe gehouden de in de onderneming geldende preventiemaatregelen toe te passen.

 

Naar het werk met het openbaar vervoer

Iedere gebruiker van het openbaar vervoer is vanaf de leeftijd van 12 jaar verplicht om de mond en de neus te bedekken met een masker of elk ander alternatief in stof, vanaf het betreden van het station, op het perron of een halte, in de bus, de (pre)metro, de tram, de trein of elk ander vervoersmiddel dat door een openbare overheid wordt georganiseerd

 

Controle

Wat betreft de controle op social distancing, waren tot nu toe eigenlijk enkel de politiediensten bevoegd om controle uit te oefenen. Het nieuwe MB brengt hier verandering in:

De sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en sociaal overleg zijn belast met het informeren en begeleiden van werkgevers en werknemers, en overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek met het toezien op de naleving van de verplichtingen die gelden in ondernemingen.

 

Geldigheidsduur

Deze maatregelen zijn geldig tot 10 mei 2020. Voor de volgende fase van de afbouwstrategie (11 mei) zullen we dus nog een nieuw MB mogen verwachten.

 

Terug naar themafiche