Vrijwilligerswerk in België

 

Vrijwilligerswerk neemt een belangrijke plaats in in de Belgische maatschappij en meer bepaald in de socialprofitsector. Zonder de hulp van 1.166.000 vrijwilligers zou de social profit het moeilijk hebben om kwaliteitsvolle diensten en zorgen te bieden die zo breed mogelijk toegankelijk zijn. Tot voor kort lieten de cijfers over het vrijwilligerswerk niet toe dit fenomeen in kaart te brengen op een exhaustieve en onweerlegbare manier.

In oktober 2015 publiceerde de Koning Boudewijnstichting een betekenisvol werk in samenwerking met de universiteiten van Luik en Gent en 5 auteurs: Michel Marée, Lesley Hustinx, Virginie Xhauflair, Lieselot De Keyser en Loes Verhaeghe.  Dit werk werd gerealiseerd op basis van de methodologie in 2011 door de IAO gepubliceerd in de Manual on the measurement of volunteer work. Deze methodologie wil de landen helpen hun gegevens m.b.t. vrijwilligerswerk te systematiseren op basis van uitgevoerde enquêtes voor statistieken over de arbeidskrachten of de huishoudens. Het is ook de bedoeling te komen tot internationaal vergelijkbare gegevens dankzij een gemeenschappelijke methodologie over een activiteit in volle groei en van groot belang, maar die meestal miskend is in de traditionele statistieken. Dankzij de samenwerking tussen de Koning Boudewijnstichting en de FOD Economie, worden sinds 2014 gegevens verzameld in het kader van de jaarlijkse enquête naar de arbeidskrachten (EAK), volgens de methodologie aanbevolen door de IAO. 

Hieronder hernemen we enkele elementen uit dit werk die ons relevant lijken ter illustratie van de omvang van dit fenomeen in België. Deze publicatie kan u gratis downloaden op de website van de Koning Boudewijnstichting.

Voor Unisoc zijn deze cijfers bijzonder interessant. Ze illustreren een fenomeen dat de socialprofitsector karakteriseert. Deze specificiteit is zowel een uitdaging als een opportuniteit. Het is belangrijk voor een organisatie als Unisoc om de karakteristieken, zowel van de vrijwillers als van de organisaties waarvoor ze werken, beter te kennen. Dat is essentieel wanneer Unisoc dossiers behandelt over het statuut van de vrijwilliger. 

Omvang van het vrijwilligerswerk in België

  • Aantal betrokken personen
     -
     -
    Brussel
    Vlaanderen
    Wallonië
    België
    Vrijwilligers in organisaties
    Aantal
    67564
    753243
    344861
    1165668
    % Bevolking
    7.2%
    13.9%
    11.7%
    12.5%
    Vrijwilligers enkel buiten organisaties
    Aantal
    72211
    329815
    233090
    635116
    % Bevolking
    7.7%
    6.1%
    7.9%
    6.8%
    Totaal aantal vrijwilligers
    Aantal
    139775
    1083058
    577951
    1800784
    % Bevolking
    14.8%
    20.1%
    19.5%
    19.4%
  • Tijd besteed aan vrijwilligersactiviteit

    Uit de studie blijkt dat gedurende de 12 maanden voorafgaandelijk aan de enquête, vrijwilligers in België meer dan 2,2 miljoen activiteiten uitvoerden in het kader van organisaties.

    Dat is een gemiddelde van 190 uren per vrijwilliger op een jaar, of nog +/- 4 uur per week.

     

     

  • Volume van het vrijwilligerswerk in België

    Het volume van de vrijwillige activiteit in België wordt geschat op 2,2 miljoen activiteiten. Deze 2,2 miljoen vrijwillige activiteiten volgens Belgische wetgeving, vertalen zich in +/- 221,2 miljoen uren. Voeg hier het rechtstreeks vrijwilligerswerk aan toe en het aantal uren loopt op tot 422 miljoen.

    De omvang van het fenomeen kan ook omgezet worden naar voltijds equivalenten (VTE), wat het volume van de vrijwillige activiteit brengt op 130.000 VTE. Voeg hier het rechtstreeks vrijwilligerswerk aan toe en het het aantal VTE loopt op tot 247.000.

    In het verleden werd het volume van het vrijwillgerswerk in de verenigingssector (volgens twee verschillende methodologieën en stalen) geraamd op 100.687 in 1995 (Mertens et al., 1999) en 76.259 in 2001 (Mertens et Lefèbvre, 2004).

  • Type organisatie

    De studie toont aan dat de verenigingssector domineert als type organisatie waarvoor vrijwilligers zich inzetten. Regionale verschillen lijken te verklaren vanuit de structurering zelf van de socialprofitactiviteiten die verschilt van regio tot regio.

  • Activiteitstakken van de vrijwilligers

    Interessant is ook te zien in welke activiteitstakken het vrijwilligerswerk voorkomt. Conform de methodologie van de IAO, gebeurt dat op basis van de NACE codes. De auteurs van de studie hergroepeerden een aantal NACE codes om specifieke sectoren te identificeren.

    Hieronder vindt u de spreiding van de activiteitensectoren van de vrijwilligers op basis van het aantal uren per sector.

    Activiteitstak
    België
    1. Cultuur en socioculturele verenigingen
    13,10%
    2. Jeugdwerk
    13,20%
    3. Sport
    26,20%
    4. Onderwijs, vormingsinstellingen en onderzoek
    10,40%
    5. Gezondheidszorg
    3,00%
    6. Maatschappelijke dienstverlening
    16,70%
    7. Religieuze organisaties
    4,60%
    8. Verdediging van rechten en belangen
    7,60%
    9. Verenigingsactiviteiten divers/niet gedefiniëerd
    5,20%

Het profiel van de vrijwilligers in België

  • Geslacht

    Volgens de studie is er geen significant verschil wat betreft deelname aan vrijwilligerswerk.

  • Leeftijd

    Bij analyse van de leeftijdscategorieën van de vrijwilligers, noteren we een kleine tendens op stuk van leeftijd.

    De deelname stijgt lichtjes met de leeftijd, met een piek voor de leeftijdscategorie 40-49 jaar en een daaropvolgende daling. De enige leeftijdscategorie die aanzienlijk afwijkt in verhouding tot de rest van de bevolking is de categorie 60+, die ondervertegenwoordigd is.

  • Opleidingsniveau

    De participatiegraad aan vrijwilligerswerk verschilt aanzienlijk al naargelang het opleidingsniveau.

    Hoe hoger de opleidingsgraad, hoe hoger de participatiegraad: dat blijkt uit onderstaande grafiek die het verschil in participatie aantoont in functie van het behaalde diploma ten aanzien van het belang van deze groepen in de ganse bevolking.

    Opleiding (hoogst behaalde diploma) Vrijwilligers Totale bevolking
    Geen diploma 1,40% 5,50%
    Basisonderwijs 3,70% 10,80%
    Lager secundair onderwijs 14,90% 20,70%
    Hoger en post-secundair onderwijs 31,80% 34,10%
    Niet universitair hoger onderwijs (bachelor) 26,40% 17,10%
    Universitair ondewijs (master) 21,90% 11,80%
    Totaal 100% 100%

     

  • Burgerlijke stand en gezinssituatie

    Er is geen significant verschil in participatie al naargelang een persoon vrijgezel, getrouwd, wettelijk samenwonend of gescheiden is. Een enkele categorie blijkt minder actief te zijn in het vrijwilligerswerk, nl. de weduwen(aars).

    In België blijken personen zonder kinderen die onder hetzlfde dak wonen (ofwel omdat de kinderen het domicilie verlieten of omdat er geen kinderen zijn), aanzienlijk minder actief te zijn in het vrijwilligerswerk.