Overdracht van jaarlijkse vakantie in geval van arbeidsongeschiktheid: een eerste grote stap is gezet
UPDATE
UPDATE De Nationale Arbeidsraad heeft een unaniem advies gegeven in december 2021, met als doel het Belgisch recht over de jaarlijkse vakantie te hervormen, in overeenstemming met het Europees recht. Een koninklijk besluit concretiseert het eerste deel: vanaf het vakantiejaar 2024 zal het mogelijk zijn om dagen jaarlijkse vakantie over te dragen in geval van arbeidsongeschiktheid tijdens deze dagen.
Ter herinnering: tot nu toe liet het Belgisch recht niet toe om vakantiedagen over te dragen in geval van samenloop met arbeidsongeschiktheid, noch om niet-opgenomen dagen jaarlijkse vakantie omwille van arbeidsongeschiktheid op 31 december over te dragen naar het volgende jaar. In deze twee gevallen verloor de werknemer dus het recht om de vakantiedagen op te nemen, die hij nochtans verdiend had door te werken in het jaar voordien. Deze twee knelpunten staan haaks op artikel 7 van de richtlijn “arbeidstijd” van 2003. Het Europese Hof van Justitie heeft dit herhaald in een arrest.
Na meerdere jaren van discussie heeft de NAR een unaniem advies kunnen innemen in het advies nr. 2.268 van december 2021. Na meerdere uitwisselingen met het kabinet van minister Dermagne en de Europese Commissie in 2022 om sommige aspecten van het NAR-advies te verhelderen, heeft de regering de implementatie kunnen verderzetten.
Het koninklijk besluit dat verscheen in het Belgisch Staatsblad op 16 maart voorziet dat vanaf vakantiejaar 2024, op basis van de rechten die opgebouwd worden tijdens het vakantiedienstjaar 2023, de dagen van arbeidsonderbreking omwille van (gewoon of beroeps-) ziekte, (gewoon of arbeids-) ongeval of een reeks van verloven (moederschap, geboorte, ouderschap, enz.) niet als jaarlijkse vakantiedagen mogen worden aangerekend, ook niet als deze zich voordoen tijdens de vakantie. Het voorziet ook dat een werknemer die door een van de bovenvermelde situaties in de onmogelijkheid verkeert om (een deel van) zijn jaarlijkse vakantie vóór 31 december van het vakantiejaar op te nemen, deze kan uitstellen tot 24 maanden na het einde van het vakantiejaar.
Voorbeeld 1: een werknemer neemt 5 dagen jaarlijkse vakantie op van 4 t.e.m. 8 maart 2024 en hij wordt ziek van 6 t.e.m. 8 maart 2024. Voor de hervorming gold dat de eerste schorsing voorgaat, dus dat de dagen jaarlijkse vakantie die samenliepen met de dagen arbeidsongeschiktheid zijn “verloren”, zonder mogelijkheid tot uitstel. Met de hervorming, mag de werknemer in dit voorbeeld de 3 dagen jaarlijkse vakantie tijdens dewelke hij ziek was, uitstellen tot 31 december van het vakantiejaar (31 december 2024).
Voorbeeld 2: Een werkneemster neemt haar zwangerschapsverlof op vanaf 1 november 2024 en heeft nog 5 dagen jaarlijkse vakantie over, die ze dan niet vóór 31 december 2024 zal kunnen opnemen. Ze zal ze kunnen opnemen tijdens een periode van 24 maanden volgend op 2024, dus in 2025 of 2026.
Opmerking: het recht op overdracht is ook van toepassing op vakantiedagen die werden opgenomen in het kader van collectieve vakantie.
In het advies heeft de NAR, op vraag van Unisoc, gepleit om de werkverwijdering van zwangere vrouwen niet op te nemen in de lijst van situaties die een uitstel van jaarlijkse vakantie naar het volgende vakantiejaar toelaten, behalve wanneer de werkneemster kan aantonen dat zij omwille van gezondheidsredenen haar vakantie niet heeft kunnen opnemen in de periode van werkverwijdering. In dit geval worden de dagen overgedragen omwille van ziekte. Het koninklijk besluit heeft de NAR eveneens gevolgd op dit punt. Voor dit geval blijft het huidige systeem van toepassing, waar de jaarlijkse vakantie kan en moet opgenomen worden ten laatste op 31 december van het vakantiejaar.
Wat met het vakantiegeld?
Het koninklijk besluit voorziet een voorafgaande betaling van de dagen jaarlijkse vakantie die nog moeten opgenomen worden wanneer de werknemer door de voorziende omstandigheden in de onmogelijkheid verkeert om ze op te nemen in de loop van het vakantiejaar.
Concreet moet de werkgever aan de bediende ten laatste 31 december van het vakantiejaar het vakantiegeld betalen van de dagen jaarlijkse vakantie die worden overgedragen naar de 24 maanden die volgen op het vakantiejaar. Het betreft een vooruitbetaling op het normale loon voor de na 31 december van het vakantiejaar uitgestelde jaarlijkse vakantie.
Wat met gewaarborgd loon?
Na zeer lange debatten zijn de sociale partners overeengekomen in hun advies om de ziektedagen die tijdens een periode van jaarlijkse vakantie vallen, recht geven op gewaarborgd loon, mits de werknemer voldoet aan bepaalde voorwaarden (in het bijzonder de werkgever informeren en hem een medisch attest bezorgen).
Dit tweede deel van hervorming moet via wet geregeld worden. Een voorontwerp van wet werd goedgekeurd in de ministerraad van 25 november 2022, maar na meerdere opmerkingen van de Raad van State, wordt het ontwerp aangepast in het kader van discussies waaraan ook de NAR deelneemt. Wanneer de tekst klaar is, zal hij worden neergelegd in de Kamer.
UPDATE 31/07/2023
De wet die voorziet in dit tweede deel van de hervorming werd goedgekeurd door de Kamer en vandaag gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
De wet bepaalt dat de formaliteiten waaraan de werknemer moet voldoen verplichte vermeldingen zijn in het arbeidsreglement en dat het arbeidsreglement kan worden gewijzigd om deze vermeldingen op te nemen via de eenvoudige procedure.
De wet bepaalt ook dat bij koninklijk besluit, na advies van de NAR, een specifiek model van geneeskundig getuigschrift kan worden vastgesteld voor de arbeidsongeschiktheid die zich voordoet tijdens een periode van jaarlijkse vakantie. Het gebruik van dit specifiek model van geneeskundig getuigschrift is facultatief.
UPDATE 29/12/2023
Het KB tot vaststelling van dit specifieke model van geneeskundig getuigschrift werd vandaag gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Dit specifieke model is beschikbaar in vier talen (FR-NL-DE-EN) op de website van de FOD WASO.
Wat met de cumul tussen de arbeidsongeschiktheidsuitkering en het vakantiegeld?
Wanneer een werknemer zijn dagen jaarlijkse vakantie niet kan opnemen in het vakantiejaar omwille van ziekte, dan moeten deze dagen vergoed worden op het einde van het jaar, in overeenstemming met het Europees recht. De wetgeving rond de ziekte- en invaliditeitsverzekering voorziet echter dat eenzelfde dag niet zowel als ziektedag en vakantiedag mag betaald worden. Daarom heeft de NAR in zijn advies gevraagd om dit verbod op cumulatie op te heffen.
Dit derde en laatste deel van hervorming wordt eveneens behandeld door de regering. Aangezien dit een aanzienlijke bijkomende begrotingskost inhoudt voor het RIZIV, zullen de nodige middelen moeten vrijgemaakt worden in het volgende begrotingsconclaaf (weekend van 25 maart 2023).
Unisoc zal u op de hoogte houden van de implementatie van het tweede en derde deel van de hervorming. Deze dienen plaats te vinden voor 1 januari 2024, dat het eerste vakantiejaar is waarin de effecten van de hervorming zichtbaar zullen worden.
UPDATE 03/04/2024
Het wetsontwerp dat de derde en laatste fase van de hervorming regelt, is op 28 maart aangenomen door de plenaire vergadering van de Kamer. Lees er alles over in dit nieuwsbericht.
Terug naar themafiche