Unisoc waakt over correcte toepassing WVV door de griffies

Unisoc werd door haar leden attent gemaakt op twee problemen waarmee een aantal verenigingen geconfronteerd worden sinds de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen (hierna WVV). Het betreft enerzijds het neerleggen van de jaarrekeningen en anderzijds de toepassing van nieuwe regels van het WVV op bestaande verenigingen.

justice (2)

Unisoc heeft een verzoek tot nietigverklaring ingediend bij de Raad van State tegen aan aantal artikelen uit het koninklijk besluit van 29 april 2019 (BS 30 april 2019, hierna koninklijk besluit genoemd), dat uitvoering geeft aan het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Het betreft de artikelen van het koninklijk besluit die aan alle vzw’s oplegt om hun jaarrekeningen neer te leggen bij de Nationale Bank van België (hierna NBB).

De artikelen 3:186 en volgende van het koninklijk besluit is in tegenspraak met artikel 3:47 van het WVV. De artikelen van het koninklijk besluit voorzien dat alle vzw’s verplicht hun jaarrekeningen tegen betaling neer moeten leggen bij de NBB. Terwijl de wet voorziet dat enkel “grote” vzw’s hun jaarrekeningen neer moeten leggen bij de NBB, en de “kleine” vzw’s de mogelijkheid behouden om gratis hun jaarrekeningen neer te leggen bij de griffie van de ondernemingsrechtbank (mogelijkheid die al lange tijd bestond en die ook terug te vinden was in de vzw-wet van 27 juni 1921). 

Unisoc had zich al verzet tegen een veralgemeende verplichting voor alle vzw’s om hun jaarrekeningen neer te leggen bij de NBB. Deze verplichting was terug te vinden in het wetsvoorstel 3.550 die in februari in het Parlement werd neergelegd, en waarvan bekomen werd dat deze uiteindelijk niet gestemd werd. Dit wetsvoorstel zou het WVV wijzigen door een verplichtte neerlegging bij de NBB te voorzien, en het KB dat we nu betwisten zou daar uitvoering geven. Het wetsvoorstel werd echter nooit gestemd, en het koninklijk besluit dat er uitvoering aan geeft werd wel gepubliceerd (en is dus in tegenspraak met de huidige versie van het WVV). 

Unisoc betwist het koninklijk besluit dus omdat het ingaat tegen de wet, maar ook omdat we van oordeel zijn dat het afschaffen van de mogelijkheid voor kleine vzw’s om gratis hun jaarrekeningen neer te leggen bij de griffie van de ondernemingsrechtbank (de oude rechtbank van koophandel), een slechte zaak is. 

Om de belangen van deze kleine vzw’s te verdedigen, werd aan Unisoc gevraagd om naar de Raad van State te stappen. Vanuit onze sectoren hadden we immers al melding gekregen van griffies die weigerden dat kleine vzw’s hun jaarrekeningen nog neerlegden bij de ondernemingsrechtbank en daarvoor verwezen naar het eerdergenoemde koninklijk besluit. 

Daarnaast eis(t)en bepaalde griffies dat vzw’s die reeds bestonden op het ogenblik van de inwerkingtreding van het nieuwe WVV, dat ze de nieuwe regels van het WVV al moeten toepassen wanneer ze louter hun statuten wijzigen tussen 1 mei 2019 en 1 januari 2020. Deze griffies zagen het wijzigen van de statuten als een “opt-in” van de betrokken onderneming. Een opt-in betekent dat de onderneming beslist heeft om de nieuwe bepalingen van het WVV al meteen toe te passen. Door enkel haar statuten te wijzigen, heeft een onderneming echter nooit uitdrukkelijk de wens geuit om dit te doen. Deze interpretatie van de griffies gaat in tegen artikel 39 van het WVV. 

Artikel 39 van het WVV geeft aan ondernemingen de mogelijkheid om, indien ze hun statuten wijzigen voor 1 januari 2020, de nieuwe regels van het wetboek al toe te passen. Het is echter een mogelijkheid en geen verplichting. Indien de vzw haar statuten wijzigt tussen 1 mei 2019 en 1 januari 2020, maar zonder de wens om de nieuwe regels van het WVV al toe te passen, kan ze daar niet toe verplicht worden. Dit is natuurlijk een verkeerde lezing door de griffies van de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. 

Om deze redenen heeft Unisoc een schrijven gericht aan de minister van Justitie Koen Geens om hem te vragen om tussen te komen en aan de griffies de regels van het WVV in herinnering te brengen. Daarnaast hebben we ook aan de minister gevraagd om te verduidelijken hoe de procedure er uit ziet voor ondernemingen die gebruik willen maken van een opt-in. 

Het kabinet van de minister van Justitie heeft ons al laten weten dat er duidelijke richtlijnen zijn meegegeven aan de griffies om de neerlegging van de jaarrekeningen bij de ondernemingsrechtbank door kleine vzw’s niet meer te weigeren. Moesten er nog problemen opduiken, mag u ons daar zeker van op de hoogte brengen.

 

Terug naar themafiche