Ouderschapsverlof nu ook in het kader van langdurige pleegzorg
In het regeerakkoord werd afgesproken om pleegouders ook recht op ouderschapsverlof te verlenen. De Kamer heeft dit nu ook goedgekeurd in tweede lezing in de Commissie Sociale Zaken waardoor vanaf 1 juli dit recht in werking zou treden.
De Nationale Arbeidsraad had reeds advies gegeven over het recht op ouderschapsverlof voor pleegouders. Hierover hadden de sociale partners reeds een unaniem positief advies uitgebracht.
De Commissie Sociale Zaken van De Kamer heeft de artikelen die het recht op ouderschapsverlof geven aan pleegouders die een engagement van langdurige pleegzorg aangaan, nu ook aangenomen. De pleegouder krijgt hetzelfde recht op ouderschapsverlof als de werknemer die de ouder is van een kind in eerste graad. Het gaat dus om een verlof van vier maanden, al dan niet op te nemen in de vorm van een volledige onderbreking of het equivalent ervan in een toegelaten vermindering van arbeidsprestaties.
Het moet bij aanvang van de pleegzorg duidelijk zijn dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij dezelfde pleegouder(s) zal verblijven. Het kind moet hiervoor ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister als deel van het gezin van de pleegouder(s). De pleegouder mag het recht uitoefenen zolang het kind bij hem geplaatst is in het kader van de langdurige pleegzorg en staaft dit bij aanvraag van het verlof aan de werkgever met de nodige documenten.
Het recht op ouderschapsverlof voor pleegouders treedt in werking op 1 juli 2025 en is van toepassing op de aanvragen die bij de werkgever worden ingediend vanaf diezelfde datum.
De wet moet nog gestemd worden tijdens de plenaire vergadering van de Kamer. Wij houden u op de hoogte wanneer dit gebeurd is.
Terug naar themafiche