Ouderschapsverlof

Beschrijving van het dossier

Ouderschapsverlof biedt een werknemer in de privé- of overheidssector de mogelijkheid om zijn arbeidsovereenkomst gedurende een bepaalde periode op te schorten om voor zijn kind te zorgen.

Er bestaan verschillende vormen van ouderschapsverlof:

  • volledige opschorting gedurende 4 maanden (kan per maand opgesplitst worden – min. 1 maand);
  • halftijdse opschorting gedurende 8 maanden (kan per maand opgesplitst worden – min. 2 maanden of een veelvoud daarvan);
  • 1/5e opschorting gedurende 20 maanden (kan per maand opgesplitst worden – min. 5 maanden of een veelvoud daarvan);

Van geval tot geval kan het verlof gedekt worden door een onderbrekingsuitkering van de RVA.

Twee instrumenten organiseren het recht op ouderschapsverlof: cao nr. 64 van de Nationale Arbeidsraad en het KB van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan. In tegenstelling tot het tijdskrediet zijn het KB en de cao niet complementair: ze vormen elk een verschillende juridische basis om ouderschapsverlof te genieten. Hoewel ze haast identiek zijn sinds de wijziging van cao 64 in februari 2015 (cao 64bis) dient opgemerkt dat enkel ouderschapsverlof dat wordt opgenomen op basis van het KB recht geeft op een onderbrekingsuitkering van de RVA.

In de Kamer van Volksvertegenwoordigers worden regelmatig wetsvoorstellen ingediend over de verloven. Die worden in principe (maar niet altijd) voorgelegd aan de NAR voor advies van de sociale partners.

Voor meer informatie over het recht op ouderschapsverlof en de onderbrekingsuitkering verwijzen we naar de websites van de FOD WASO en de RVA.