Nieuwigheden in het kader van tijdskrediet en ouderschapsverlof

Op 20 december 2016 hebben de sociale partners in de schoot van de NAR een nieuwe CAO 103ter afgesloten. Deze CAO hervormt het stelsel van Tijdskrediet. Tegelijkertijd hebben de sociale partners zich positief uitgelaten in het advies nr. 2.014 over het idee ouderschapsverlof op te nemen op basis van een 1/10de regeling.

congés (5)

Hervorming tijdskrediet

De CAO 103ter is het resultaat van lange maanden van onderhandelingen tussen de sociale partners. De CAO voert (eindelijk) de wijzigingen uit die op 30 december 2014 door de federale regering werden aangebracht aan het KB van 12 december 2001 betreffende de uitkeringen die door de RVA betaald worden in het kader van tijdskrediet. Het KB werd voornamelijk gewijzigd in de zin dat de uitkeringen in het kader van tijdskrediet zonder motief werden afgeschaft. Daarnaast werd het recht op uitkering voor gemotiveerd tijdkrediet verlengd voor alle soorten van motieven (met uitzondering van vorming).

De bespreking van CAO 103ter was ook gelinkt aan het wetsontwerp werkbaar werk. Dit wetsontwerp legt de sociale partners eigenlijk op om tijdkrediet met motief met drie maanden te verlengen. Indien de NAR geen CAO zou afsluiten, zou de wet zelf deze verhoging opleggen.

CAO 103ter gaat echter verder dan het afschaffen van het tijdskrediet zonder motief en de uitbreiding van het tijdskrediet met motief. Zonder in de technische details te willen treden, geven we een overzicht van de hervormingen die CAO 103ter voorziet:

1° Het recht op tijdskrediet zonder motief wordt definitief afgeschaft.

2° Het tijdskrediet met motief wordt voor alle motieven verhoogd tot maximaal 51 maanden gedurende de hele loopbaan. Dit komt in plaats van de huidige 36 of 48 maanden. De enige uitzondering betreft het motief “vorming”, waarvan de maximale duur vast blijft liggen op 36 maanden over de gehele loopbaan.

3° Men wil een aantal misbruiken vermijden die in de praktijk werden vastgesteld in het kader van tijdskrediet met het motief zorg aan een familie- of gezinslid. Dit wil men doen doordat het attest van de behandelend geneesheer zal moeten verduidelijken dat de werknemer die het tijdskrediet aanvraagt zich geëngageerd heeft om effectief bijstand te verlenen of zorgen toe te brengen, en dat dit ook vereist dat de werknemer een onderbreking krijgt die voltijds, halftijds of op basis van een 1/5de regeling is.

Daarom vragen de sociale partners om de graad van aanverwantschap met de zorgbehoevende persoon te herzien. Ze vragen om dit te beperken tot een aanverwantschap van de eerste graad. De sociale partners vragen wel dat in dit kader wettelijke samenwoning gelijk wordt behandel met het huwelijk.

4° De regels met betrekking tot de verrekening van periodes van tijdskrediet die in het verleden reeds werden opgenomen, worden ook gewijzigd. Zo wil men het verdwijnen van het tijdskrediet zonder motief en het uitbreiden van het tijdskrediet met motief in rekening brengen, zonder echter de werknemers te willen benadelen die in het verleden al van een tijdskrediet zonder motief genoten zouden hebben.

5° De bewerkingsmethode van de 25 jaar beroepsverleden, die nodig zijn om van het stelsel van tijdkrediet “landingsbanen” te kunnen genieten, wordt herzien. Het zal vanaf nu niet meer volstaan dat de werknemer enkel een verklaring op eer aflegt bij de RVA. Hij zal moeten aantonen dat hij 7.800 dagen (of gelijkgestelde dagen) gewerkt heeft tijdens zijn hele loopbaan. De dagen die tijdens de loopbaan gepresteerd werden op basis van een deeltijds regime, worden geproratiseerd.

6° De CAO 103ter open tevens het recht op tijdskrediet en eindeloopbaan op basis van een 1/5de regeling indien deeltijdse arbeidsovereenkomsten worden gecumuleerd. Een werknemer die twee deeltijdse arbeidsovereenkomsten cumuleert bij verschillende werkgevers, en zo eigenlijk in het totaal voltijds presteert, zal het recht hebben om tijdskrediet aan te vragen op basis van een 1/5de-regeling bij één van de twee werkgevers, of eventueel bij de twee werkgevers gelijktijdig tijdkrediet aanvragen op basis van een 1/10de-regeling. Deze mogelijkheid is onderworpen aan de gebruikelijke voorwaarden en moet aanvaard worden door de betrokken werkgever(s).

Inwerkingtreding

Om te vermijden dat er geen overeenstemming zou zijn tussen CAO 103ter en het KB betreffende de uitkeringen in het kader van tijdkrediet, zal CAO 103ter pas in werking treden op het ogenblik dat het KB aangepast wordt. Het KB werd nog niet aangevuld met de uitbreiding van tijdskrediet met motief naar 51 maanden. De CAO zal ten laatste op 1 april 2017 in werking treden.

Wanneer CAO 103ter in werking zal treden, zullen de wijzigingen van toepassing zijn op alle nieuwe aanvragen, maar ook op verlengingen van tijdskrediet die nu al lopende zijn.

Landingsbanen

De wijzigingen aangebracht door de CAO 103ter hebben geen betrekking op de landingsbanen (uitgezonderd de enkele puntjes die eerder opgesomd werden).

Dit stelsel werd ook gewijzigd in december 2014: enkele tijdelijke uitzonderingen buiten beschouwing gelaten, werd de leeftijd om toe te kunnen treden tot de landingsbanen verhoogd naar 60 jaar. Er is hier dus een gebrek in overeenstemming tussen het recht op een uitkering en het recht op verlof. De CAO van de NAR bepaalt immers nog dat een werknemer op de leeftijd van 55 jaar, en soms zelfs op de leeftijd van 50 jaar, kan toetreden tot dit stelsel van tijdskrediet. De sociale partners hebben echter nog geen akkoord kunnen vinden over hoe ze de CAO 103 kunnen wijzigen op dit vlak.

Aarzel zeker niet om ons Dossier over tijdskrediet te raadplegen onder de rubriek ”Documenten” in onze themafiche voor meer informatie over landingsbanen.

Informatietool

Om het luik tijdskrediet af te ronden, informeren we u nog dat de sociale partners in een begeleidend advies vragen dat er een informatietool opgemaakt wordt die de werknemer en de werkgever toelaat om de rechten te kennen van de werknemer die het tijdskrediet aanvraagt (geautomatiseerde berekening van het overblijvende krediet en berekening van de loopbaan van de werknemer). De RVA is al enkele jaren bezig met het ontwikkelen van dit instrument, maar dit is nog steeds niet afgewerkt.

Voor meer informatie over de nieuwe maatregelen en hun oorsprong kunt u CAO 103ter en het begeleiden advies nr. 2.013 consulteren via de links die we in onze themafiche hebben geplaatst.

Ga naar themafiche “tijdskrediet”

Naar ouderschapsverlof op basis van een 1/10de-regeling

In een nieuwsbericht van 2 februari 2016 maakten we al melding dat de Kamer van Volksvertegenwoordigers het advies van de NAR had ingewonnen over een wetsvoorstel dat tot doel heeft om het recht op ouderschapsverlof te openen op basis van een 1/10de regeling.

De sociale partners hebben zich positief uitgelaten over dergelijk stelsel in hun advies nr. 2.014 van 20 december 2016. Het akkoord van de werkgever blijft evenwel een voorafgaandelijke voorwaarde.

Daarnaast vragen de sociale partners aan de wetgever dat een mogelijkheid vanaf vandaag bestaat in het kader van tijdskrediet, uitgebreid wordt naar het ouderschapsverlof. Het gaat om de mogelijkheid om van het recht op verlof op basis van een 1/5de-regeling te openen voor werknemers die deeltijdse arbeidsovereenkomsten cumuleren bij twee werkgevers, en waarbij de werknemer zo eigenlijk minstens even veel uren presteert dan een voltijdse werknemer. Net las bij tijdskrediet zal deze mogelijkheid eerst voor akkoord moeten voorgelegd worden bij de betrokken werkgever(s).

We merken ook op dat de sociale partners de wetgever vragen om een zekere voorzichtigheid aan de dag te leggen, door onder andere na te gaan of de maatregel effectief budgettair neutraal zal zijn.

Ten slotte merken we op dat een aantal amendementen naast het wetsvoorstel voor advies waren neergelegd. Eén van die amendementen voorzag bijvoorbeeld in de mogelijkheid om een deel van het recht op ouderschapsverlof over te dragen tussen de ouders. De sociale partners hebben binnen de NAR besloten om zich niet uit te spreken over deze gevoelige amendementen.

Ga naar themafiche “ouderschapsverlof”