COVID-19 zelfevaluatie en gerechtvaardigde afwezigheid: de NAR sluit met spoed een CAO af!

Om de werklast van de huisartsen te verminderen, heeft de regering een online zelfevaluatietest voor het covid-19-virus ingevoerd waarmee alle burgers rechtstreeks een code kunnen krijgen, door dit online instrument in te vullen. Als het instrument oordeelt dat een test moet worden uitgevoerd en bijgevolg een code verstrekt, dan laat de persoon zich testen en wacht die vervolgens op het resultaat van deze test. Voor werknemers rijst de vraag naar het juridisch statuut van deze afwezigheid van het werk. De interprofessionele sociale partners, waaronder Unisoc, hebben onlangs een in de tijd beperkte collectieve arbeidsovereenkomst gesloten waarin deze situatie wordt geregeld.

Corona.PNG

Context: de minister van Sociale Zaken heeft besloten een zelfevaluatietest voor COVID-19 online beschikbaar te stellen, via dewelke burgers kunnen nagaan of zij op een COVID-19-besmetting moeten worden getest. Het instrument werd ontwikkeld omdat huisartsen aanklaagden dat zij hun taken niet meer konden uitvoeren door het grote aantal mensen dat naar hen toe kwam of hen belde om een testcode te verkrijgen. Het instrument kan de burger de volgende drie situaties aangeven:

    • Mogelijke besmetting met COVID-19, test ten zeerste aanbevolen;
    • Uitnodiging om de dokter te raadplegen, mogelijke ziekte (COVID-19 of andere);
    • Geen symptomen die een test rechtvaardigen, hij/zij moet niets doen.

In de eerste situatie (mogelijke besmetting, de persoon moet worden getest) krijgt de persoon een code en kan hij worden getest, via de apotheker of een testcentrum. Hij moet zich dan afzonderen en wachten op het resultaat van de test. Wanneer deze persoon tevens werknemer is, rijst de vraag naar het juridisch statuut van deze afwezigheid. De Nationale Arbeidsraad heeft zopas een in de tijd beperkte intersectorale CAO gesloten, die deze situatie regelt.

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen werknemers die kunnen telewerken en werknemers die dat niet kunnen.

Werknemers die kunnen telewerken kunnen dat blijven doen. Zij mogen voor een korte periode afwezig zijn om de test te laten uitvoeren, terwijl zij thuis in quarantaine blijven.

Voor werknemers die niet kunnen telewerken, zoals in veel van de socialprofitsectoren het geval is, ligt de situatie anders. Vanuit het standpunt van de werkgeversorganisaties zou deze periode moeten worden beschouwd als een quarantaineperiode en is derhalve een tijdelijke werkloosheidsuitkering verschuldigd. Unisoc wees er tijdens de besprekingen ook op dat elke andere maatregel financiële gevolgen zou hebben voor de werkgevers, en organisatorische moeilijkheden zou veroorzaken die de continuïteit van de dienstverlening zouden ondermijnen.

Deze oplossing achte de minister van Sociale Zaken echter niet wenselijk. Als reden werd opgegeven dat een (tijdelijke) werkloosheidsuitkering die lager is dan het loon voor de werknemer, een belemmering kan vormen voor de werknemer om zich te laten testen. Verder stelde de minister dat de verslechterende gezondheidssituatie als gevolg van de vierde golf vereist dat de burgers, met name de werknemers, met alle mogelijke middelen worden aangemoedigd om de circulatie van het virus zoveel mogelijk te voorkomen.

Geconfronteerd met het aandringen van de regering en gezien de gezondheidssituatie die op het spel staat hebben de werkgeversorganisaties, ondanks hun terughoudendheid, ermee ingestemd hun standpunt te herzien. Zij gaan in op het verzoek om te voorzien in een intersectorale regeling die voorziet in gerechtvaardigde afwezigheid met doorbetaling van het loon.

Dit zijn de voornaamste elementen van CAO nr. 160:

    1. De CAO is van toepassing op gevallen van werknemers die milde symptomen hebben en die, in plaats van naar hun huisarts te gaan, het online-instrument invullen. Zij is niet van toepassing op gevallen van werknemers die zich echt ziek voelen en naar hun huisarts gaan voor een consultatie en, die indien dit na een onderzoek nodig blijkt, een verklaring van arbeidsongeschiktheid krijgen van de arts die gedekt door een medisch attest. Zij geldt evenmin voor hoogrisicocontacten die in quarantaine worden geplaatst, en die telewerken als zij dat kunnen, of een tijdelijke werkloosheidsuitkering kunnen aanvragen als zij niet kunnen telewerken.

    2. Als het online-instrument de burger uitnodigt om te worden getest, verstrekt het de werknemer (of de burger in het algemeen) een code, alsmede een afwezigheidsattest. Deze afwezigheid van de werknemer wordt beschouwd als een gerechtvaardigde afwezigheid met behoud van loon. Bij de berekening van het loon wordt rekening gehouden met de uren van afwezigheid in toepassing van de wetgeving inzake feestdagen. Deze afwezigheid wordt ook als effectieve arbeid beschouwd.

    3. De duur van deze gerechtvaardigde afwezigheid komt overeen met de " tijd die nodig is" om een test te laten afnemen. Deze tijd wordt verschillend beschouwd naargelang de werknemer al dan niet kan telewerken. Voor de werknemer die niet kan telewerken, gaat het om de tijd die nodig is om de test uit te voeren en het resultaat van deze test te verkrijgen. Voor de werknemer die kan telewerken, gaat het alleen om de tijd die nodig is om de test uit te voeren. Nadat de test is uitgevoerd en in afwachting van het resultaat, is hij/zij verplicht om verder te telewerken. Anderzijds mag in beide situaties deze "tijd die nodig is" niet meer bedragen dan 36 uur vanaf de afgifte door de tool van het afwezigheidsattest. De CAO bepaalt ook dat de werknemer zich zo spoedig mogelijk moet laten testen. Met andere woorden, na die periode van 36 uur hoeft de werkgever geen loon meer te betalen aan de werknemer die op zijn testresultaat wacht. De werknemer moet in dit geval weer onder het regime van de quarantaine vallen (telewerk indien mogelijk, tijdelijke werkloosheid indien niet mogelijk). Opmerking: de reis naar en van de testlocatie is in deze "tijd die nodig is" inbegrepen.

    4. De modaliteiten van het telewerk worden vastgesteld volgens de (reeds) door de partijen (werkgever en werknemer) gesloten overeenkomsten. Naargelang het geval zullen deze modaliteiten dus worden vastgesteld overeenkomstig CAO nr. 85 betreffende structureel telewerk, de Wet werkbaar en wendbaar werk uit 2017 of CAO nr. 149 betreffende het coronatelewerk.

    5. De werknemer die door het online-instrument wordt uitgenodigd om zich te laten testen, moet zijn werkgever onmiddellijk op de hoogte brengen. Hij moet de werkgever ook het door het onlineprogramma afgegeven afwezigheidsattest verstrekken. De werknemer moet de gerechtvaardigde afwezigheid gebruiken om zich te laten testen en niet voor enig ander doel. Zodra hij van het resultaat van de test op de hoogte is, moet hij aan zijn werkgever meedelen of hij al dan niet zijn werk zal hervatten. Om redenen die verband houden met de GDPR, bepaalt de CAO dat de werknemer niet verplicht is het online ingevulde formulier en/of het resultaat van zijn test mee te delen.

    6. Als de test negatief is, gaat de werknemer weer aan het werk (ervan uitgaande dat hij/zij in afwachting van de uitslag niet kon telewerken), tenzij hij/zij daartoe toch niet in staat zou zijn als gevolg van een andere ziekte dan COVID-19 (die door een arts wordt vastgesteld). Dit houdt in dat de gebruikelijke procedure voor arbeidsongeschiktheid moet worden gevolgd (verwittiging, medische consultatie, bewijs van arbeidsongeschiktheid, enzovoort). Indien de test positief is, bepaalt de behandelende arts of de werknemer een quarantainecertificaat of een arbeidsongeschiktheidscertificaat moet krijgen. In het eerste geval telewerkt de werknemer. Indien zijn of haar functie dit niet toelaat, maakt hij/zij gebruik van het stelsel van tijdelijke werkloosheid (zie de regels inzake quarantaines op de RVA-website).

    7. Als het online-instrument de werknemer daartoe uitnodigt, moet hij zich zo snel mogelijk laten testen. Bovendien wordt van de werknemer verwacht dat hij dit doet in de structuur (apotheek of testcentrum) waar hij redelijkerwijs kan verwachten de uitslag zo spoedig mogelijk te ontvangen en die binnen een redelijke afstand van hun woon- of werkplaats ligt. In veel gevallen zal dit de plaatselijke apotheek (van wacht) zijn, hoewel ook een aantal testcentra met snelle antigeentests werkt.

    8. Gedurende de gehele geldigheidsduur van de CAO kan een werknemer slechts driemaal gebruik maken van deze mogelijkheid van gerechtvaardigde afwezigheid met behoud van loon. Vanaf de vierde keer zal hij of zij gebruik moeten maken van de andere bestaande kanalen, d.w.z. rechtstreeks contact opnemen met zijn of haar huisarts, die zo nodig een quarantaine-attest of een arbeidsongeschiktheidsattest zal afleveren. Deze modaliteit heeft als doel om mogelijk misbruik te voorkomen door werknemers die beweren symptomen te hebben die zij in werkelijkheid niet hebben (of die een testresultaat nodig hebben om te reizen), om een code aan te vragen en aldus te profiteren van een betaalde gerechtvaardigde afwezigheid. Opmerking: driemaal betekent niet noodzakelijkerwijs drie dagen. In extreme gevallen zou het dus kunnen neerkomen op alle arbeidstijd die valt binnen de periodes van 3 x 36 uur. De regering heeft zich er niettemin toe verbonden de middelen in te zetten om de tijd die nodig is om de resultaten van tests te verkrijgen, te versnellen.

    9. Deze regeling is bedoeld om een specifieke, uitzonderlijke en tijdelijke situatie te regelen. De CAO treedt in werking op 19 november en is van kracht tot en met 28 februari 2022, met tussentijdse monitoring door de sociale partners (niet alleen op de toepassing van de CAO, maar ook op het gebruik van de test op basis van het online-instrument).

Het NAR-advies m.b.t. de CAO werd op 30 november goedgekeurd. U kunt het hier vinden.

 

Terug naar themafiche