Verhoging drempels groottecriteria voor verenigingen en stichtingen

Als onderdeel van de omzetting van een Europese richtlijn heeft de Kamer afgelopen maart een wetsontwerp aangenomen dat de drempels voor de groottecriteria voor micro-, kleine en grote ondernemingen verhoogt. De wetgever verhoogde deze drempels echter alleen voor commerciële en industriële ondernemingen. Daarom heeft Unisoc, o.a. in het kader van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, er herhaaldelijk bij de regering op aangedrongen om deze verhoging ook toe te passen op socialprofitondernemingen. Dat is gelukt: een op 7 juni gepubliceerde koninklijk besluit heeft de drempels voor verenigingen en stichtingen opgetrokken tot hetzelfde niveau.

profit social

In het kader van de omzetting van de richtlijn van de Europese Commissie van 17 oktober 2023 tot wijziging van richtlijn 2013/34/EU, heeft het federale parlement op 27 maart 2024 een wet aangenomen houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen Ibis, waarvan hoofdstuk 13(afdeling 1,artikelen 147 en 148) de drempels voor de criteria voor micro-, kleine en grote ondernemingen verhoogt.

Ter herinnering, tot nu toe werd een onderneming als een “micro-onderneming” beschouwd als het niet meer dan één van de volgende criteria overschreed:

  • gemiddeld aantal werknemers per jaar: 10;
  • jaarlijkse omzet, exclusief btw: 700.000 euro;
  • balanstotaal: 350.000 euro.

De wet van 27 maart 2024 verhoogde de drempels voor de omzet en de balans tot respectievelijk 900.000 euro en 450.000 euro.

Ook ter herinnering: tot nu toe werd een onderneming als “kleine onderneming” beschouwd als het niet meer dan één van de volgende criteria overschreed:

  • gemiddeld aantal werknemers per jaar: 50;
  • jaarlijkse omzet, exclusief btw: 9.000.000 euro;
  • balanstotaal: 4.500.000 euro.

De wet van 27 maart 2024 verhoogde de drempels voor de omzet en de balans tot respectievelijk 11.250.000 euro en 6.000.000 euro.

Waarom zijn deze drempels belangrijk?

Aangezien kleine ondernemingen genieten van een zekere flexibiliteit en voordelen, heeft deze verhoging van de bovenvermelde drempels een positieve impact voor ondernemingen die tot deze categorie behoren. Een kleine onderneming hoeft bijvoorbeeld geen revisor aan te stellen (hoewel ze dit wel op vrijwillige basis kan doen). Andere voorbeelden: op het vlak van structurele vrijstelling van bedrijfsvoorheffing, opleiding, subsidies en financiële steun, zijn er een reeks maatregelen die enkel kleine ondernemingen ten goede komen.

De verhoging van deze drempels, die in feite een indexering is om rekening te houden met de inflatie, was echter alleen voorzien voor vennootschappen en niet voor verenigingen en stichtingen. Daarom heeft Unisoc, zowel in het kader van haar mandaat binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven als daarbuiten, meermaals zowel het federale parlement als de kabinetten van de verschillende bevoegde ministers (voornamelijk Justitie en Economie) gevraagd om deze drempels ook voor de andere rechtsvormen te verhogen, omwille van de coherentie en de billijkheid.  Dit niet doen zou indruisen tegen de hervorming van het ondernemingsrecht, waarvan de laatste fase de goedkeuring van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) was, en zou indruisen tegen de logica van gelijke behandeling van alle ondernemingen.

Onze meerdere politieke contacten hebben geleid tot de goedkeuring door de regering van een koninklijk besluit dat op 7 juni 2024 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd en dat de bovenvermelde drempels voor verenigingen (vzw’s en ivzw’s) en stichtingen verhoogt (zie aangepaste artikels 1:28 tot 1:31 WVV).

Hoe zit het met jaarrekeningen?

Ter herinnering, tot nu toe kon een vereniging of stichting als een “kleine vereniging” of “kleine stichting” beschouwd worden – en kon dus haar jaarrekening volgens een vereenvoudigd model opstellen en gratis neerleggen bij de griffie van de ondernemingsrechtbank – als ze niet meer dan één van de volgende criteria overschreed:

  • jaargemiddelde aantal werknemers: 5;
  • totale andere dan niet-recurrente ontvangsten, exclusief btw: 334.500 euro;
  • totaal bezittingen: 1.337.000 euro;
  • totale schulden: 1.337.000 euro.

Ook hier heeft de wet van 27 maart 2024, om rekening te houden met de inflatie, de drempels van 334.500 euro en 1.337.000 euro verhoogd tot respectievelijk 391.000 euro en 1.562.000 euro. Dat is dus ook goed nieuws.

 

Terug naar themafiche