Responsabiliseringsbijdrage voor werkgevers inzake langdurige ziekte: waar gaan de opbrengsten naartoe?
Sinds de eerste vervaldatum voor deze bijdrage in het tweede kwartaal van 2023, werd ongeveer 4,5 miljoen euro over de laatste drie kwartalen van 2023 aan de RSZ betaald door werkgevers die een "bovenmaatse instroom" van intredes in invaliditeit ondervinden. In principe worden deze opbrengsten toegewezen aan de Fondsen voor bestaanszekerheid van de paritaire (sub)comités waartoe de werkgevers die de bijdrage hebben betaald, behoren. De bestemming van de opbrengsten, wanneer storting in een dergelijk fonds niet nodig wordt geacht of niet mogelijk is, moest echter nog worden geregeld. Dat is nu gebeurd.
De programmawet van 27 december 2021 legde het kader en de principes vast: de opbrengsten van deze bijdrage worden gestort aan de desbetreffende Fondsen voor bestaanszekerheid en moeten worden gebruikt voor de financiering van preventieve maatregelen inzake gezondheid en veiligheid op het werk en/of voor maatregelen inzake duurzame herinschakeling van langdurig zieken.
Een koninklijk besluit van 1 oktober 2023 bepaalde vervolgens de voorwaarden voor de storting van de beschikbare opbrengsten aan de Fondsen, met name:
- het Fonds moet een aanvraag indienen bij de RSZ, die aan een aantal vormvereisten moet voldoen, waarbij de RSZ de paritaire (sub)comités elk jaar informeert over de beschikbare inkomsten;
- de betrokken paritaire (sub)comités moeten een collectieve arbeidsovereenkomst hebben gesloten waarin het Fonds aangewezen en belast wordt met de toekenning en het gebruik van de opbrengsten voor de hierboven vermelde doeleinden.
Tot nu toe betaalden de werkgevers uit de privésector ongeveer 4,5 miljoen euro aan responsabiliseringsbijdrages, waarvan ongeveer een derde betaald werd door werkgevers uit de socialprofitsector. Het totaalbedrag moet echter naar beneden worden bijgesteld, door een correctie in de berekening voor ondernemingen die zowel uitzenddiensten als dienstencheques aanbieden.
Inkomsten die door de Fondsen voor bestaanszekerheid niet binnen de gestelde termijn (drie jaar vanaf de datum van mededeling van de beschikbare inkomsten door de RSZ) bij de RSZ worden opgevraagd of die drie jaar na hun storting aan het Fonds nog steeds niet zijn toegewezen aan de uitvoering van de maatregelen waarvoor ze bestemd waren, zullen worden doorgestort naar de Algemene Directie Humanisering van de arbeid van de FOD Werkgelegenheid. Hetzelfde geldt indien het Fonds niet voldoet aan de verplichting om jaarlijks verslag uit te brengen aan het paritair (sub)comité over de toekenning en het gebruik van de bijdrage, opgelegd door dit koninklijk besluit.
Ten slotte werd een organiek begrotingsfonds opgericht door de wet van 5 november 2023 houdende diverse arbeidsbepalingen voor de inning van de niet-opgevraagde en de terugbetaalde bedragen. Deze zullen door de Algemene Dienst Humanisering van de arbeid van de FOD Werkgelegenheid worden bestemd voor de financiering van preventieve maatregelen inzake gezondheid en veiligheid op het werk en/of om activiteiten te organiseren die bijdragen aan de uitwerking van maatregelen inzake de duurzame herinschakeling van langdurig zieken. De uitgaven zullen slechts plaatsvinden nadat de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk werd geconsulteerd over de beoogde maatregelen en activiteiten. De projecten zullen waarschijnlijk een algemeen karakter hebben, terwijl de sociale partners van de Nationale Arbeidsraad, die vóór de goedkeuring van de teksten werden geraadpleegd, hebben gevraagd om de voorkeur te geven aan concrete acties gericht op sectoren en ondernemingen en om een reflectie uit te voeren, om de financiering mogelijk te maken van maatregelen die op ondernemingsniveau worden genomen op het gebied van preventie en re-integratie.
Ter herinnering: de sociale partners waren unaniem gekant tegen de responsabiliseringsmechanismen voor zowel werkgevers als werknemers en drongen erop aan om deze op zeer korte termijn te evalueren.
Voor meer informatie verwijzen we naar ons nieuwsbericht over de responsabiliseringsbijdrage.