Coronavirus: premie ter compensatie van verminderde eindejaarspremie

Een van de vele steunmaatregelen die de federale regering begin november nam, is een compensatie voor het verlies van een deel van de eindejaarspremie: tijdelijke werkloosheid wegens overmacht is immers vaak niet gelijkgesteld aan gewerkte dagen, wat tot een lagere premie zou kunnen leiden gelet op de tijdelijke werkloosheid die sinds maart toegepast kan worden. De compensatie zal door de RVA worden uitgekeerd aan werknemers met een minimum aantal dagen tijdelijke werkloosheid.

budget (10)

Voor wie?

Om recht te hebben op de compensatie, moet de werknemer minstens 53 volledige uitkeringen als tijdelijk werkloze hebben ontvangen, in de periode maart – november 2020. Een uitkering wordt per dag tijdelijke werkloosheid gerekend, dus dit is gelijk aan minstens 53 dagen tijdelijke werkloosheid. Enkel de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht en wegens economische redenen komen in aanmerking, de andere stelsels niet.

Welke premie?

Er wordt gerekend vanaf de 53e uitkering. Per uitkering die de werknemer heeft ontvangen boven de eerste 52 volle uitkeringen (volle uitkering is een uitkering voor een volledige dag), ontvangt hij een compensatie van 10 euro. Hij heeft evenwel sowieso recht op minstens 150 euro compensatie indien hij aan 53 volle uitkeringen komt, ook als de uitgerekende compensatie lager is dan 150 euro.

Een voorbeeld: de werknemer heeft 60 volledige uitkeringen ontvangen in de referteperiode. Dat zijn 8 uitkeringen boven het minimum van 52 uitkeringen. Hij heeft volgens de berekening recht op 8 x 10 euro = 80 euro, maar dit bedrag wordt opgetrokken tot 150 euro compensatie. Indien de uitgerekende compensatie hoger is dan 150 euro, heeft hij recht op het hoger bedrag.

Ook wanneer een werknemer halve uitkeringen (halve dagen tijdelijke werkloosheid) heeft ontvangen, wordt het recht geopend op compensatie. In dat geval moeten er minstens 53 halve uitkeringen toegekend zijn aan de werknemer. Het bedrag van de compensatie is in dit geval gelijk aan 5 euro per uitkering, gerekend vanaf de 53e uitkering en het minimumbedrag van de volledige compensatie is 75 euro.

De compensatie wordt in de vorm van een bijkomende tijdelijke werkloosheidsuitkering betaald door de RVA (via de uitbetalingsinstellingen). In december wordt de voorlopige compensatie berekend en betaald, op basis van de gegevens voor de periode maart – oktober 2020. De werknemer hoeft geen actie te ondernemen.

In 2021 (niet eerder dan mei/juni) wordt een nieuwe berekening gemaakt van het aantal dagen tijdelijke werkloosheid in de referteperiode maart – november 2020. De voorlopige en definitieve compensatie worden dan vergeleken en indien de definitieve compensatie lager is dan het bedrag van de voorlopige compensatie, wordt het verschil teruggevorderd van de werknemer.

De berekening houdt geen rekening met de gelijkstelling van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht met gewerkte dagen voor de berekening van de eindejaarspremie, die door de werkgever of het Paritaire Comité reeds werden ingevoerd. De eindejaarspremie (met gelijkgestelde dagen) en deze premie kunnen dus gecumuleerd worden.

Voor meer informatie verwijzen we u naar de FAQ van de RVA.

Het koninklijk besluit, dat met terugwerkende kracht in werking treedt op 1 december 2020, is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 januari 2021.

 

Terug naar themafiche