Betere bescherming tegen ontslag en discriminatie bij vruchtbaarheidsbehandeling of medisch begeleide voortplanting
Vanaf 28 april 2024 genieten werknemers en werkneemsters die afwezig zijn op het werk voor een vruchtbaarheidsbehandeling of medisch begeleide voortplanting van een specifieke bescherming tegen ontslag en discriminatie krachtens een wet van 24 maart 2024, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 18 april.
Deze wet is het resultaat van een wetsvoorstel dat eind 2019 in de Kamer werd ingediend. Ze wijzigt de Arbeidswet van 16 maart 1971 en de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen (“Genderwet”) om de volgende beschermingsmaatregelen in te voeren:
Bescherming tegen ontslag
De werkgever mag geen handeling verrichten die ertoe strekt een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst van de werkneemster of de werknemer die afwezig is om een vruchtbaarheidsbehandeling of een programma voor medisch begeleide voortplanting te volgen, behalve om redenen die geen verband houden met dergelijke afwezigheid. De bescherming heeft een duur van twee maanden vanaf het moment dat de werkgever door middel van een medisch attest op de hoogte is gebracht van de vruchtbaarheidsbehandeling of medisch begeleide voortplanting.
De lengte van de beschermingsperiode is zo bepaald dat deze een volledige maand dekt aan het einde van de maand van behandeling.
Als de werkneemster bv. een behandeling gedurende meerdere opeenvolgende maanden volgt en aan het begin van elke behandelingsmaand een medisch attest indient, wordt de beschermingsperiode van twee maanden bij elke kennisgeving verlengd. Dit betekent dat de bescherming langer dan twee maanden kan duren.
Slaagt de werkgever er niet in om redenen aan te tonen die geen verband houden met de afwezigheid in verband met de vruchtbaarheidsbehandeling of medisch begeleide voortplanting, dan is hij verplicht om de werknemer of de werkneemster een forfaitaire schadevergoeding te betalen die gelijk is aan 6 maanden brutoloon, bovenop verbrekingsvergoedingen.
Bescherming tegen discriminatie
Ter herinnering (zie het nieuwsbericht over dit onderwerp) heeft een wet van 15 november 2022 de Genderwet gewijzigd om een nieuw artikel 19/1 in te voegen dat een reeks rechten specificeert voor werknemers en werkneemsters die moederschapsrust, geboorteverlof, adoptieverlof of een ander verlof in het kader van gezinsverantwoordelijkheden opnemen, waarvan de schending door de werkgever wordt bestraft met de betaling van een forfaitaire schadevergoeding die in principe gelijk is aan 6 maanden brutoloon.
Afwezigheden voor vruchtbaarheidsbehandeling of medisch begeleide voortplanting zijn toegevoegd aan bovengenoemd artikel 19/1, zodat de betrokken werknemers of werkneemsters ook de bescherming en rechten genieten die in dit artikel zijn vastgelegd:
- Het recht om na afloop van de afwezigheid terug te keren naar dezelfde functie of, indien dat niet mogelijk is, in een gelijkwaardige of vergelijkbare functie;
- Het recht om te genieten van elke verbetering van de arbeidsvoorwaarden waarop ze tijdens de afwezigheid aanspraak hadden kunnen maken;
- het recht om te profiteren van alle verworven en in wording zijnde rechten tijdens de afwezigheid.
Terug naar themafiche