Bepaalde “risicosectoren” kunnen voortaan worden uitgesloten van het “non-profit” FSO
Na een unaniem advies van de sociale partners in het bijzonder comité FSO en van de NAR heeft de Kamer op 21 maart 2024 een wetsontwerp goedgekeurd dat de koning de bevoegdheid geeft om de mogelijkheid in te voeren om bepaalde sectoren uit te sluiten van het begrip onderneming zonder handels- of industriële finaliteit, en dus van het bijzonder comité FSO, op basis van een criterium van “structureel economisch risico”. Vervolgens werd een koninklijk besluit aangenomen om dit uitsluitingscriterium te definiëren en rechtstreeks toe te passen op de vastgoedsector.
Na de hervorming van het ondernemingsrecht onderzocht een werkgroep – gecoördineerd door de RSZ – de impact van deze hervorming op de sociale regelgeving, en o.a. op een nieuwe definitie van het vrije beroep voor de toepassing van de wet van 26 juni 2002 betreffende sluiting van de ondernemingen. Een ontwerp van de nieuwe definitie werd voor advies voorgelegd aan de Nationale Arbeidsraad (NAR).
In het kader van haar werkzaamheden heeft de NAR vastgesteld dat dit ontwerp van nieuwe definitie bepaalde sectoren omvatte die voordien buiten het begrip vrij beroep vielen, voornamelijk de vastgoedsector. Als gevolg hiervan zou de vastgoedsector door het aannemen van deze nieuwe definitie van het beheerscomité FSO (d.w.z. het profit fonds) naar het bijzonder comité FSO (d.w.z. het non profit fonds) verhuizen.
De vastgoedsector is zeer volatiel, terwijl de sectoren die onder het bijzonder comité FSO vallen zeer stabiele sectoren zijn (weinig sluitingen of stopzettingen van activiteiten). Dit verklaart waarom ondernemingen die onder het bijzonder comité FSO vallen een aanzienlijk lagere bijdrage betalen (0,01% in 2024) dan ondernemingen die onder het beheerscomité FSO vallen (0,11% voor ondernemingen met 20 of meer werknemers en 0,06% voor ondernemingen met minder dan 20 werknemers in 2024). De overdracht van de vastgoedsector zou daarom de levensvatbaarheid van het bijzonder fonds in gevaar brengen.
De NAR schortte daarom haar werkzaamheden op terwijl het bijzonder comité FSO een oplossing zocht voor het diepgaande probleem dat de overdracht van de vastgoedsector zou vormen. Na veel discussies en dankzij de inspanningen van Unisoc, die de belangen van de socialprofitondernemingen in het bijzonder comité vertegenwoordigt, bracht het bijzonder comité op 30 maart 2023 een unaniem advies uit, dat werd overgenomen in een unaniem advies van de NAR op 18 juli 2023. Op verzoek van de regering bracht het bijzonder comité op 18 januari 2024 ook een aanvullend unaniem advies uit om bepaalde aspecten van haar oplossing verder te specificeren.
In dit unaniem advies vragen de sociale partners binnen het bijzonder comité aan de wetgever om te voorzien in de mogelijkheid om een sector uit te sluiten van het bijzonder comité zodat hij kan worden doorverwezen naar het beheerscomité als hij een “structureel economisch risico” vormt, met andere woorden als hij voldoet aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
- De verhouding tussen de bijdragen die een sector dient te betalen en de uitgaven die voor die sector verschuldigd zijn, moet kennelijk onevenwichtig zijn;
- Het risico moet een sector betreffen waarvan het economisch gewicht in termen van uitgaven zodanig groot is dat het evenwicht van het bijzonder fonds wordt verstoord;
- Het risico moet structureel zijn, d.w.z. dat het risico van sluiting zich over een periode van vijf jaar moet uitstrekken.
Het is aan de administratie van het FSO om deze cumulatieve voorwaarden te controleren. Als de administratie van mening is dat aan deze voorwaarden is voldaan, moet zij de sociale partners in het bijzonder comité hiervan op de hoogte brengen, dat vervolgens een unaniem advies kan uitbrengen waarin wordt verzocht om uitsluiting van de “risicosector” en doorverwijzing naar het beheerscomité van het FSO. In haar advies kan het bijzonder comité haar bepaling van het begrip “sector” baseren op de NACE-codes of op het paritair (sub)comité.
In dit unaniem advies vroegen de sociale partners binnen het bijzonder comité al om de uitsluiting van de vastgoedsector, omdat deze sector aan alle bovengenoemde voorwaarden voldoet en het de NACE-codes zijn die zijn gebruikt als criterium voor het bepalen van de sector.
Vervolgens werd op 21 maart 2024 in de Kamer een wetsontwerp goedgekeurd dat de Koning de bevoegdheid geeft om een sector uit te sluiten van het bijzonder comité op basis van het bestaan van een structureel economisch risico, en in navolging werd een koninklijk besluit goedgekeurd. Dit koninklijk besluit bevat de nieuwe definitie van het vrije beroep voor de toepassing van de wet van 2002, de definitie van het criterium van het structureel economisch risico en de uitsluiting van de vastgoedsector op basis van dit criterium.
De wet werd op 10 april 2024 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Het koninklijk besluit werd op 31 mei 2024 gepubliceerd.
De positieve uitkomst in dit gevoelig dossier heeft geholpen om de impasse te doorbreken in de besprekingen over een ander dossier: de uitbreiding van het recht op sluitings- en overbruggingsvergoeding (zie nieuwsbericht).