Mobiliteit - Treinkaarten

Beschrijving van het dossier

Het bedrag van de werkgeverstussenkomst wordt forfaitair vastgelegd door artikel 3 van cao 19 octies van de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009. Op het ogenblik van de onderhandeling van deze cao, dus in 2009, was voorzien dat de werkgeverstussenkomst overeenkwam met 75% van de treinkaart (het treinabonnement) van de werknemer. Door de verschillende indexeringen van de tarieven tussen 2009 en 2019, was de persoonlijke bijdrage van de werknemer gemiddeld gestegen tot 35% (terwijl dat op 1 februari 2009 dus nog maar 25% was).

Voor de eerste keer sinds 2009 werd de tussenkomst van de werkgever aangepast. Op 23 april 2019 werd een nieuwe CAO 19nonies afgesloten in de Nationale Arbeidsraad. Deze CAO vervangt vanaf 1 juli 2019 de CAO 19octies. De forfaitaire bedragen van de werkgeverstussenkomst zijn hernomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst en werden op 70% gebracht van de gemiddelde prijs van het transport georganiseerd door de NMBS.

Aangezien de tarieven van de NMBS niet alleen een impact hebben op de werkgeverstussenkomst voor de werknemers die de trein nemen voor hun woon-werkverkeer, maar ook in zekere mate op de tussenkomsten voor de andere vervoersmiddelen, worden de tariefaanpassingen van de NMBS van nabij gevolgd door de sociale partners.

De Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven worden elk jaar op 1 februari geraadpleegd in verband met mogelijke wijzigingen van de NMBS-tarieven.

De sociale partners besteden in dit kader ook bijzondere aandacht aan het onderhandelingsproces van de beheerscontracten van de NMBS tussen de spoorwegmaatschappij en de overheid.