Zomerakkoord – De federale regering kondigt een reeks sociaaleconomische maatregelen aan

26 juli 2017. In het kader van een buitengewone Ministerraad, kondigt de regering een reeks “Ambitieuze hervormingen voor jobs, koopkracht en sociale cohesie” aan. Dit nieuwsbericht geeft u een overzicht van de belangrijkste sociaaleconomische maatregelen die de regering wenst door te voeren en die, in meer of mindere mate, de socialprofitwerkgevers zullen impacteren.

gouvernement

De zomerperiode brengt niet zelden belangrijke akkoorden in de schoot van de regering voort. 2017 vormt hierop geen uitzondering: op 26 juli presenteerde de federale regering een akkoord over een reeks sociaaleconomische maatregelen die in de loop van de volgende maanden in werking moeten treden.

Alle maatregelen van het zomerakkoord kunnen geraadpleegd worden op de website van de Eerste Minister (klik hier). Hieronder hernemen we de beschikbare informatie over de belangrijkste maatregelen op vlak van fiscaliteit en werk die in meer of mindere mate een impact zullen hebben op de werkgevers van de social profit. U zult samen met ons vaststellen dat er nog veel ongekende elementen zijn in deze fase ...

Unisoc blijft de tenuitvoerlegging van deze maatregelen – alsook van de beslissingen omtrent hun financiering – met bijzondere aandacht opvolgen. Zodra we over bijkomende elementen beschikken, laten we het niet na om u te informeren!

Fiscaliteit

1° Tax Shift

De eerste maatregel uit het akkoord van de federale regering is eigenlijk een herbevestiging  van de maatregelen die eind 2015 genomen werden in het kader van de Tax Shift. De budgetten die toen voor de Taks Shift voorzien werden, worden voor de periode 2018-2020 gevrijwaard. Deze budgetten laten voor ondernemingen toe dat volgende maatregelen uitgevoerd worden:

  • Een verlaging van de sociale bijdragen naar 25% voor de ondernemingen uit de categorieën 1 en 3 (voor mindervalide werknemers uit categorie 3 zelfs 19,88%).
  • Voor alle categorieën, een versterking van de socialebijdragevermindering voor de lage lonen.
  • Het behoud van een vermindering van de sociale bijdragen voor de hoge lonen in categorie 2.
  • De creatie van een forfaitaire vermindering van de sociale bijdragen voor alle werknemers voor de werkgevers die ressorteren onder categorie 2.

Opmerking : Categorie 2 verwijst naar de sociale Maribelsectoren, met uitzondering van de sector van de thuiszorg (categorie 1) en de beschutte werkplaatsen (categorie 3). In categorie 1 zitten daarenboven ook nog de sociale werkplaatsen en de ondernemingen van het PC 337.

De Tax Shift werd tot en met 2019 wettelijk verankerd. De laatste schijf van de Taks Shift, toegekend voor het jaar 2020 werd, voor wat het luik structurele lastenverlagingen betreft, nog niet in wetgevende teksten neergeschreven. Het daartoe bestemde budget wordt nu echter wel bevestigd door de federale regering. Daarbij brengen we in herinnering dat de bevoegde kabinetten van Werk en Sociale Zaken tijdens de besprekingen in de Nationale Arbeidsraad hadden aangegeven dat het hun bedoeling was om in 2020 voor categorie 2 het forfait te laten stijgen tot 79 euro per trimester (nu 49 EURO). Voor de categorieën 1 en 3 werden nog geen concrete voorstellen geformuleerd.

2° Hervorming van de vennootschapsbelasting

De vennootschapsbelasting (momenteel op 33%) wordt gebracht op 29% vanaf 2018 en 25% in 2020. Voor de KMO’s wordt het percentage vanaf 2018 al gebracht op 20%.

Wat deze maatregel betreft, kijken we vooral uit naar meer informatie over de financiering ervan. Voor deze maatregel geldt, net zoals voor andere, dat zij de financiering van de noodzakelijke overheidsuitgaven niet mag ondergraven. We betreuren dat de federale regering dienaangaande totnogtoe bijzonder karig is geweest met informatie en zodoende zelf ruimte voor speculatie heeft gecreëerd.

3° Extra niet-belaste inkomsten in sommige sectoren

Een fiscale en sociale vrijstelling van €6.000/jaar is voorzien vanaf 1 januari 2018 voor de inkomens uit vrijetijdswerk en specifieke functies in de non-profitsector (alsook uit de deeleconomie en uit de diensten van particulieren aan particulieren). Daartoe zal een wettelijke definitie van het begrip en het statuut “semi-agorale activiteit” worden opgesteld.

Deze maatregel wordt voorbehouden voor de personen die tewerkgesteld zijn in het kader van een hoofdactiviteit van minstens vierde vijfde en voor gepensioneerden. Een elektronische registratie van deze activiteiten wordt voorzien.

We vermoeden dat de federale regering met dit voorstel verderwerkt op een beleidsvoornemen van Vlaams Minister Muyters om voor trainers, scheidsrechters of juryleden die in hun vrije tijd bijverdienen een apart statuut uit te werken. Met dat statuut zouden de vrijetijdswerkers in sportclubs op een administratief laagdremplige en fiscaal voordelige manier hun hobby kunnen beoefenen ... Te bevestigen!

4° Andere fiscale maatregelen

Talrijke andere fiscale maatregelen zijn voorzien, maar hebben niet onmiddellijk een impact op de socialprofitsector. Vermelden we bijvoorbeeld de hervorming van de regels met betrekking tot de deelname van de werknemers in de winsten van hun onderneming en de harmonisering van de forfaitaire beroepskosten (ten gunste van zelfstandigen).

Werk

1° Opzeg : proefperiode en outplacement

De opzegperiode zal tijdens de zes eerste maanden van de aanwerving een geleidelijkere opbouw kennen (voor alle werknemers met een contract van bepaalde of onbepaalde duur). Merken we op dat het dus niet gaat over de herinvoering van een proefperiode zoals we die voor 2014 kenden.

Anciënniteit

< 1 maand

< 2 maanden  

< 3 maanden

< 4 maanden

< 5 maanden

< 6 maanden

NU

2 weken

2

2

4

4

4

NIEUW

1 week

1

1

3

4

5

Parallel aan deze maatregel die de werkgevers sinds lange tijd als wensten, voorziet de overheid de herziening van de verplichting om een outplacement aan te bieden aan de werknemers met een opzeg van minstens 30 weken waarvan de gezondheidstoestand het, op onomkeerbare wijze, onmogelijk maakt om aan dit outplacement deel te nemen.

Een exacte datum van inwerkingtreding voor deze twee maatregelen is vooralsnog niet voorzien.

2° Federaal non-profitakkoord

De regering bevestigt haar intentie om voor de periode 2017-2020 een federaal non-profitakkoord af te sluiten teneinde de tewerkstelling te ondersteunen en de werkomstandigheden in de sector te herwaarderen.

Er werden met de vertegenwoordigers van de sector diverse maatregelen onderhandeld:

  • De nieuwe functieclassificatie van de sector afwerken (alsook de nieuwe barema’s gericht op competenties),
  • De 2e pensioenpijler versterken,
  • Een studie aanvatten over de hervorming van het loopbaanbeheer,
  • De onderhandelingen over andere thema’s verderzetten (flexibiliteit, arbeidskwaliteit, combinatie werk/privéleven, koopkracht).

Een bijkomend budget van 25M€/jaar zal toegekend worden van 2017 tot en met 2020.

Heeft de federale regering hiermee een precedent gecreëerd voor de andere landsdelen? Laten we hopen van wel!

3° Starterjobs

Vanaf 1 januari 2018 wil de regering de aanwerving bevorderen van jonge werknemers van 18 tot en met 21 jaar via een vermindering van de arbeidskost voor de werkgever zonder aantasting van het nettoloon van de jongere.

De regering heeft nog niet bepaald hoe ze de vermindering van de arbeidskost wil realiseren (via degressief minimum brutoloon te betalen door de werkgever in functie van de leeftijd? RVA-premie? Verhoogde fiscale aftrek?). Dit zal verder geanalyseerd worden.

We herinneren eraan dat het om een maatregel gaat die al werd aangekondigd in het kader van de begrotingsnotificaties van 2016-2017 en die de regering daarna via een amendement introduceerde in het wetsontwerp werkbaar werk eind 2016. Dit amendement werd naderhand ingetrokken en voor advies voorgelegd aan de sociale partners, die de maatregel bekritiseerden – of althans de concretisering ervan – omwille van verschillende redenen: onzekere financiering, administratieve complexiteit, enz.

4° Studentenarbeid op zondag

Vanaf 1 januari 2018 kunnen de sectoren die dit wensen, bij KB een uitzondering krijgen op het verbod op zondagswerk voor jonge werknemers van minder dan 18 jaar onder het stelsel van studentenarbeid.

5° Activeringsbijdrage

Ondernemingen die hun oudere werknemers vrijstellen van het verrichten van prestaties, zullen een nieuwe bijdrage-sanctie moeten betalen. Het niveau van de sanctie zal afhangen van de leeftijd van de betrokken werknemer (degressieve percentages op het bruto maandloon). De sanctie zal verschuldigd zijn tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Ze zal ook verminderd worden wanneer een opleiding aan de werknemer wordt aangeboden.

Met deze maatregel wil de federale regering vermijden dat werknemers betaald op non-actief sturen, uitgroeit tot een nieuwe vorm van, in voorkomend geval een wachtkamer voor, brugpensioen. Denken we onder meer aan de bank ING en de Nationale Bank die een deel van hun 50-plussers thuis laten zitten terwijl ze een deel van hun loon uitbetaald krijgen.

6° Vrij aanvullend pensioen loontrekkenden

Ook hier gaat het over een maatregel waartoe al werd beslist in het kader van de begrotingsnotificaties van 2016-2017: vanaf 1 januari 2018 hebben de werknemers het recht om een vrij aanvullend pensioen op te bouwen in de 2e pijler, te financieren via inhoudingen op het loon verricht door de werkgever op vraag van de werknemer.

7° Welzijn op het werk

Ter verbetering van het welzijn op het werk en om de gezondheid van de werknemers te vrijwaren, zullen ondernemingen met meer dan 100 werknemers een burn-outcoach moeten aanstellen.

In een schrijven aan meerdere ministers van de regering, hadden de sociale partners nochtans gevraagd om geen eenzijdige maatregelen inzake burn-out te nemen. De sociale partners vroegen dit omdat zij van oordeel zijn dat burn-outcoaches op zich niet de geschikte oplossing zijn om het fenomeen burn-out te bestrijden. Daarnaast zijn de sociale partners, naar aanleiding van het IPA, in de Nationale Arbeidsraad al enkele maanden bezig met het uitwerken van een kader waarin, op basis van pilootprojecten, gewerkt zou worden aan een integrale aanpak van de burn-outproblematiek. Het is nu afwachten of en hoe beide maatregelen naast elkaar geconcretiseerd zullen worden.

Daarnaast wil de regering ook de mogelijkheid voor de werknemer invoeren om zich te kunnen “deconnecteren” buiten hun gewone arbeidstijd (recht op onbeschikbaarheid). De regering specifieert nog niet hoe ze deze maatregel verder wil concretiseren.

8° Oudere werknemers

Om de effectieve leeftijd van uittreding uit de arbeidsmarkt te verhogen, voorziet de regering in de ondersteuning van ondernemingen die een premie toekennen aan werknemers die minstens 60 jaar oud zijn en overgaan van een voltijds regime naar een 4/5de-regeling of aan voltijdse werknemers die 58 jaar oud zijn die omschakelen van ploegen- en nachtarbeid naar aangepast lichter werk.

Op deze premie, die voorzien moet worden bij CAO of in het arbeidsreglement, zullen geen sociale bijdragen verschuldigd zijn. Deze premie zal ook niet als loon beschouwd worden.

9° Mystery calls

Deze maatregel werd al opgenomen in een wetsontwerp diverse bepalingen inzake werk, waarover de NAR op 28 juni 2017 het advies nr. 2.040 heeft uitgebracht. Deze maatregel wil een oplossing bieden voor discriminatie op de arbeidsmarkt door een wettelijke basis te voorzien voor anonieme testen (mystery calls/shopping) die door inspecteurs uitgevoerd zullen worden in de ondernemingen. Deze testen zullen in principe enkel toegelaten zijn mits voorafgaandelijke toestemming van de arbeidsauditeur en op basis van objectieve indicaties van discriminatie.

We brengen in herinnering dat alle werkgeversorganisaties begin juli hun actieplan ter bestrijding van discriminatie en ter bevordering van de diversiteit in ondernemingen hebben voorgesteld. Dit actieplan is gebaseerd op vertrouwen, en daarom vroegen de werkgevers dat de maatregel betreffende de mystery calls niet weerhouden zou worden in het wetsontwerp van de federale regering.

Unisoc betreurt dan ook dat deze maatregel alsnog opgenomen is in het zomerakkoord, zonder rekening te houden met het actieplan door de werkgeversorganisaties voorgesteld.

10° Mantelzorgers

De regering voorziet in een aantal maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorgers (pensioenkrediet van 48 maanden voor deeltijdse werknemers die hulp geven aan een persoon met een verminderde zelfredzaamheid met minstens 12 punten op de schaal van de DG Handicap, een gecentraliseerde erkenning van de mantelzorgers en een verbetering van de informatie voor mantelzorgers over de diensten en voordelen waarvan zij kunnen genieten).

Deze maatregel past in het voornemen van de Minister van Werk om omkaderende sociaalrechtelijke maatregelen voor de mantelzorgers te nemen. We herinneren eraan dat de Nationale Arbeidsraad over dit beleidsvoornemen een mooi en evenwichtig advies heeft uitgebracht. Dit advies wijst onder meer op de verantwoordelijkheid van de regering om een gepast collectief antwoord te bieden op de maatschappelijke uitdagingen en behoeften inzake zorg, in plaats van in toenmende mate deze verantwoordelijkheid bij individuele burgers te leggen. Via deze link vindt u ons nieuwsbericht over dit advies.

11° Andere maatregelen

Andere beoogde maatregelen hebben a priori minder belang voor de socialprofitsector. We vermelden de volgende voorbeelden:

  • de uitbreiding van de flexijobs naar gepensioneerden en een aantal nieuwe sectoren;
  • meer flexibiliteit in het kader van e-commerce;
  • de vermindering van de bijdragen voor zelfstandigen bij het begin van hun activiteit;
  • het toelaten van interimarbeid in alle activiteitensectoren en in beperkte mate ook in de publieke sector;
  • nieuwe regels op het vlak van werkloosheid (definitie passende dienstbetrekking);
  • nieuwe regels inzake pensioenen (afschaffing eenheid van loopbaan, verhoging van de minimumpensioenen voor een volledige loopbaan en uitwerking van het deeltijds pensioen voor 2019).