Wijziging van de CAO-wet tot harmonisering van de paritaire comités

Update | Net voor de kerstvakantie werd het wetsontwerp tot wijziging van de CAO-wet aangenomen, om regels vast te leggen voor het harmoniseren (arbeiders en bedienden) en fusioneren van paritaire comités. Op vraag van minister van Werk Dermagne analyseerden de sociale partners artikel 27 van de CAO-wet, dat de overgang van werkgever en werknemers van het oud paritair comité naar het nieuw paritair comité regelt. Naar aanleiding van een vraag van een paritair comité maakte de NAR bovendien een evaluatie van het toepassingsgebied van de koninklijke besluiten op paritaire comités. Beide adviezen werden gevolgd door de minister in dit wetsontwerp. Een overzicht van de wijzigingen.

travail d'équipe (3)

De eerste wijziging aan de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (CAO-wet) betreft de elektronische ondertekening van digitale documenten van paritaire comités: tot nu toe kon dit enkel voor personen met een elektronische Belgische identiteitskaart (e-ID), maar dit wordt gewijzigd naar elke Belgische identiteitskaart, zodat sociale partners zonder e-ID niet worden uitgesloten uit de procedure.

Verder wordt artikel 27 van de CAO-wet opnieuw gewijzigd. De interprofessionele sociale partners van de NAR hebben, zoals de wet voorziet, het artikel geëvalueerd in hun advies van 13 juli 2021. Het artikel was immers in 2018 gewijzigd.

De sociale partners kwamen tot de conclusie dat de einddatum van 31 december 2022 uit het artikel moet geschrapt worden om rechtszekerheid te bieden: anders zouden er geen sectorale regels rond loon- en arbeidsvoorwaarden meer van toepassing zijn werkgever en werknemers na deze datum tijdens de overgang naar een ander paritair comité. Ze stelden ook dat het materieel toepassingsgebied van het artikel dat ook de oprichting en opheffing van een paritair comité bevat, moet behouden worden. Ze vroegen daarbij ook dat de oorspronkelijke formulering van het artikel zoals het bestond voor 2018, opnieuw werd opgenomen. De minister heeft het advies volledig gevolgd in het wetsontwerp.

Eveneens in het kader van de overgang naar een ander paritair comité werd het nieuwe artikel 51/1 toegevoegd in de CAO-wet, dat het toepassingsgebied van de koninklijke besluiten over loon- en arbeidsvoorwaarden voor de paritaire comités regelt (dit zijn niet de koninklijke besluiten die de collectieve arbeidsovereenkomsten van paritaire (sub)comités algemeen verbindend verklaren). Bij de opheffing van een paritair (sub)comité worden de koninklijke besluiten met specifieke loon- en arbeidsvoorwaarden voor dat comité immers zonder voorwerp, waardoor ze niet meer van toepassing kunnen zijn op de werkgever en werknemers die overgaan naar een ander paritair (sub)comité.

De NAR adviseerde hierover op vraag van de minister en stelde dat koninklijke besluiten die bijzondere arbeidsvoorwaarden voor een bedrijfstak vastleggen, van toepassing kunnen blijven op werkgevers en werknemers die overgaan naar een ander paritair (sub)comité, als het oud paritair (sub)comité daartoe adviseert. Het oud paritair (sub)comité kan bepalen welke koninklijke besluiten van toepassing blijven en welke werkgevers en werknemers onderworpen zijn aan de besluiten. Als het oud paritair (sub)comité zich niet uitspreekt, dan blijven de werkgevers en werknemers automatisch onderworpen aan de KB’s die op hen van toepassing waren voor de wijziging van paritair (sub)comité. De minister van Werk volgde deze redenering en goot deze in nieuwe wetgeving. De KB’s blijven van toepassing tot ze worden opgeheven of gewijzigd.

Tot slot worden ook enkele wijzigingen aangebracht rond de indiening van een toetredingsakte met inbegrip van het toekenningsplan voor de invoering van een niet-recurrente resultaatsgebonden voordeel, waarbij het opmerkingenregister niet meer aan de externe directie van het Toezicht op de Sociale Wetten moet overgelegd worden, en er een lijst komt van elementen waaruit een geldige neerlegging bestaat – dit om rechtszekerheid te garanderen bij weigering van de toetredingsakte met inbegrip van het toekenningsplan.

De artikelen over de wijziging van artikel 27 en de invoeging van het nieuw artikel 51/1 treden in werking op 1 januari 2023, de overige artikelen treden in werking 10 dagen na de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Zodra de wet gepubliceerd is, zullen wij hier een link voorzien.

De wet werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 27 januari 2023. Artikel 4 (dat artikel 27 van de CAO-wet wijzigt) en artikel 5 (tot invoering van het nieuw artikel 51/1 in de CAO-wet) treden retroactief in werking op 1 januari 2023, de overige artikelen treden in werking op 6 februari 2023.