Verhoging interprofessioneel minimumloon & compensatie werkgevers

Eén van de belangrijkste dossiers van de onderhandelingen tussen de interprofessionele sociale partners voor de IPA-periode 2021-2022, betrof de verhoging van het minimumloon. Een tweede verhoging van het minimumloon vindt plaats op 1 april 2024. De werkgeversorganisaties hebben voor deze verhoging ook een compensatiemechanisme bekomen.

budget (10)

Wanneer we het hebben over de verhoging van het minimumloon, hebben we het eigenlijk over de verhoging van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI) zoals beschreven in CAO nr. 43 van de Nationale Arbeidsraad. Het gaat over een gewogen gemiddelde, waarbij niet alleen het maandloon van de werknemer in aanmerking moet worden genomen, maar ook andere bedragen die aan de werknemer worden uitbetaald in de loop van het jaar (bijvoorbeeld een eindejaarspremie).

De aanpassingen aan de CAO nr. 43 zijn gebeurd door het afsluiten van de CAO nr. 43/16 op 9 maart 2022 en CAO nr. 43/17 op 26 maart 2024.

Het interprofessionele minimumloon heeft op uw onderneming enkel impact indien uw sector geen minimumloon heeft voorzien of indien het minimumloon van uw sector of het laagste barema lager ligt dan het interprofessionele minimumloon.

Eerste stap: verhoging op 1 april 2022

Een eerste verhoging van het minimumloon heeft plaatsgevonden op 1 april 2022. Belangrijk om te vermelden is dat we vanaf die datum nog slechts één uniek minimumloon zullen hebben. Vandaag staan in CAO nr. 43 nog drie minimumlonen die afhankelijk zijn van leeftijd en anciënniteit.

Belangrijk voor de werkgevers is dat er ook een compensatie werd ingevoerd via de invoering van de zeer lagelonencomponent.

Tweede stap: verhoging minimumloon

Op 1 april 2024 volgt een tweede fase van de verhoging van het interprofessionele minimumloon met 35 euro. Bij de verhoging wordt een verhoging met 35,70 euro toegepast omdat er rekening wordt gehouden met 1 indexatie.

Concreet betekent dit dat vanaf 1 april 2024 het nieuwe minimumloon 2.029,88 euro bedraagt (CAO nr. 43/17 op 26 maart 2024).

Compensatie werkgever

In 2022 werd als compensatiemechanisme de zeer lagelonengrens voorzien. Deze grens wordt vanaf 1 april verhoogd om de werkgevers te compenseren voor de bijkomende verhoging vanaf 1 april 2024 (KB van 3 maart 2024).

Concreet betekent dit het volgende voor de verschillende formules vanaf 1 april 2024 (de zeer lage lonengrens staat in het vet aangeduid):

R (categorie 1) = 0,4 x (6.807,18- S) + 0,1400 x ( 10.797,67 – S);

R (categorie 2) = 79,00 + 0,4 x (6.995,54- S) + 0,2557 x ( 9.070,75 – S) + 0,0600 x (W – 15.834,76);

R (categorie 3A met loonmatiging) = 0,4 x (6.807,18- S) + 0,1400 x ( 11.699,95 – S);

R (categorie 3B zonder loonmatiging) = 495,00 + 0,4 x (6.807,18- S) + 0,1785 x ( 11.108,38 – S).

Opmerkingen:

    • De zeer lagelonengrens zal, wanneer de lonen geïndexeerd worden bij overschrijding van de spilindex, geïndexeerd worden.
    • Voor categorie 3 zal nog een compensatie voorzien worden via de Maribel I, II en III ten belope van een bedrag van 0,5 miljoen euro (de door de RSZ berekende meerkost voor deze sector).

Stap 3: nogmaals een verhoging met 35 euro

Op 1 april 2026 zal het minimumloon bijkomend met 35 euro bruto verhoogd worden.

De kost voor de werkgevers zal verrekend worden op de voor die IPA-periodes geldende loonnorm, en eventueel door een bijkomende compensatie indien de meerkost voor de werkgevers hoger ligt. De vergoeding moet in dit geval de macro-economische kost zo veel als mogelijk benaderen.

 

Terug naar themafiche