Verenigingswerk en occasionele diensten tussen burgers: Unisoc vraagt fundamentele aanpassingen

Persbericht - 29 november 2017

Unisoc, de Unie van socialprofitondernemingen, luidt de alarmbel en vraagt dat de persoonsgebonden prestaties, zeker daar waar het gaat om prestaties verricht bij de mensen thuis, uit de wet worden gehaald. Unisoc steunt daarom ook het unaniem advies van de Nationale Arbeidsraad, d.d. 29 november 2017, waar Unisoc als sociale partner actief aan meewerkte.

emploi (4)

Eind oktober heeft de federale regering een tussenstatuut aangekondigd, te situeren tussen de reguliere arbeidsmarkt en het vrijwilligerswerk. Vanaf 1 januari 2018 worden in dit systeem de inkomsten vrijgesteld van (para)fiscale bijdragen tot een maximum van 1.000€ per maand en 6.000€ per jaar. De sociale partners hebben zich hier eerder negatief over uitgesproken in de Nationale Arbeidsraad. Unisoc steunt dit advies en waarschuwt de regering.

 

Unisoc ondersteunt het feit dat de federale regering de maatschappelijke meerwaarde van de socialprofit erkent. Unisoc ondersteunt eveneens de erkenning van de federale regering van de noodzaak tot meer flexibiliteit voor de betrokken werkgevers.

Unisoc steunt dan ook het wetsontwerp voor zover het beperkt is tot de sport- en de sector van de amateurkunsten.

In zijn huidige vorm gaat dit regeringsvoorstel echter verder dan wat oorspronkelijk bedoeld werd: het creëert deloyale concurrentie met de reguliere arbeid maar zeker ook met het vrijwilligerswerk.

De persoonsgebonden activiteiten, en meer algemeen de bestaande functies of beroepen, moeten integraal geschrapt worden uit de lijst van de toegelaten activiteiten, zowel in de lijst van de verenigingen als in de lijst van burger tot burger.

Door deze persoonsgebonden activiteiten op te nemen wordt het professionaliseren van deze activiteiten bedreigd. De toegang tot en de kwaliteit van deze diensten behoort nochtans tot de « ziel » en de « essentie » van de socialprofitsectoren.

Dit is zeker het geval wanneer men zich richt tot de zwakkere individuen van onze samenleving. De maatschappelijke noden zijn prangend; deregulering en verlies aan professionaliseren van de diensten aangeboden door de socialprofitsectoren is niet de weg die we mogen bewandelen.

Daarbij komt, zoals ook het Nar-advies opmerkt, dat de budgettaire impact van deze maatregel niet gekend is. Tegengestelde cijfers circuleren immers. Het is evident dat het verlies aan inkomsten voor de sociale zekerheid groot zal zijn en daarin schuilt meteen ook het tweede gevaar voor de solidarteit en socialprofitsectoren.

Unisoc vraagt ook dat, omwille van de rechtszekerheid van de betrokken actoren, alles klaar en duidelijk is vooraleer deze wet in voege treedt. Concreet lijkt een inwerkingtreding op 1 januari onmogelijk.

Daarom vraagt Unisoc dat de regering snel haar voorstel herziet en op korte termijn met Unisoc in overleg treedt.