Uitbreiding van de flexi-jobs

In het begin van de zomer van 2023 werd in de Kamer een wetsvoorstel ingediend om het stelsel van flexi-jobs uit te breiden naar alle functies in de zorgsectoren, en naar de kinderopvang. De behandeling van dit wetsvoorstel werd tijdelijk geschorst, omdat de federale regering besloot om de uitbreiding van de flexi-jobs (naar o.a. enkele van de socialprofitsectoren) op te nemen in haar begrotingsakkoord van oktober 2023. Het wetsontwerp dat deze uitbreiding regelt, werd vlak voor het kerstreces aangenomen door de Kamer.

vie privée

Het wetsontwerp bevat enkele belangrijke wijzigingen aan het stelsel van de flexi-jobs (geregeld door de wet van 16 november 2015). Unisoc beperkt zich in dit artikel tot de wijzigingen die relevant zijn voor de socialprofitsectoren, zoals gewijzigd door de Programmawet van 22 december 2023.

 

Arbeidsrechtelijk

De eerste wijziging is een uitbreiding van het aantal sectoren dat kan gebruik maken van de flexi-jobs. De uitbreiding betreft voornamelijk commerciële sectoren (van de voedingsnijverheid tot de automobielsector). Maar ook voor ondernemingen van wie de hoofdactiviteit in de evenementensector ligt en voor functies die rechtstreeks verband houden met de organisatie van een evenement zelf, zijn flexi-jobs mogelijk gemaakt. De wet somt hiervoor een hele reeks NACE-codes op waaronder onder meer activiteiten voor de uitvoerende kunsten en het beheer van culturele centra (volledige lijst NACE-codes: 90.011, 90.022, 90.023, 90.029, 90.031, 90.032, 90.041, 90.042, 82.300, 93.199, 77.292, 77.293, 77.392, 77.399).

Daarnaast werd de mogelijkheid voorzien voor de sociale partners van de paritaire comités om flexi-jobs terug uit te sluiten (opt-out) of (opnieuw) toe te laten (opt-in). Dit is niet mogelijk voor de sectoren die voor de Programmawet van 22 december 2023 al genoten van het systeem van flexi-jobs (bijvoorbeeld niet toegestaan voor de niet-zorgfuncties in het paritair comité 330). Ook voor onderstaande sectoren die door de regio’s gevraagd werden, is een opt-out niet mogelijk.

Het toepassingsgebied van flexi-jobs kan ook uitgebreid worden naar de Vlaamse kinderopvang (PC 331 met als hoofdactiviteit kinderopvang, NACE-code 88.91), het onderwijs en de publieke sport- en cultuursector (indien ze niet onder de wet van 5 december 1968 vallen die de private sector regelt, en de hoofdactiviteit moet vallen onder categorie 93.1 of 90 van de NACE-codes).

Deze uitbreiding/uitsluiting dient gevraagd te worden door een van de regio’s en:

  • er dient voorafgaand overleg te worden gepleegd in het Overlegcomité ;
  • het moet gaan over diensten van algemeen belang (die dus door de overheid worden uitgevoerd in het kader van haar publieke taak) of, in geval van kinderopvang, dienen deze inrichtingen erkend en/of gesubsidieerd te worden door de Vlaamse Gemeenschap/Gemeenschapscommissie.

De afbakening van de uitbreiding gebeurt op basis van gegevens die door de RSZ controleerbaar zijn, zoals het paritair (sub)comité, een NACE-code, een bestaand Fonds voor Bestaanszekerheid dat bevoegd is voor de ondernemingen uit de bedrijfstak of andere criteria vastgelegd door de RSZ.

De inwerkingtreding van deze “opt-in” (of opt-out) wordt vastgelegd via koninklijk besluit en kan in 2024, bij wijze van overgangsmaatregel, telkens plaatsvinden bij de aanvang van een kwartaal. Concreet kunnen opt-in vanaf 1 april 2024 ten vroegste in werking treden. Na 2024 kunnen toevoegingen of uitsluitingen pas effect hebben vanaf 1 januari, zolang deze vraag uiterlijk op 30 september aan de RSZ tegen ontvangstbevestiging overgemaakt werd.

De gezondheidszorgberoepen en de artistieke, artistiek-technische en artistiekondersteunende functies (wet van 16 december 2022 tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers) blijven uitgesloten en kunnen niet via de zogenaamde “opt-in” worden toegevoegd. Het wetsvoorstel dat de uitbreiding naar de zorgfuncties voorstelt is nog hangende in de Kamer.

De tewerkstellingsvoorwaarden worden eveneens aangepast: waar voordien de flexi-jobber niet bij dezelfde werkgever mocht tewerkgesteld zijn voor een functie van minstens 4/5e van een voltijdse job van een refertepersoon, mag hij na de hervorming niet op hetzelfde moment bij dezelfde werkgever al een arbeidsovereenkomst hebben (ongeacht de tewerkstellingsbreuk), én mag hij ook niet voorafgaandelijk met een arbeidsovereenkomst verbonden geweest zijn met deze werkgever. Bovendien mag de flexi-job ook niet uitgeoefend worden in een onderneming die verbonden is aan de onderneming waar de werknemer zijn reguliere (4/5e of voltijdse) tewerkstelling heeft. Tot slot moeten werknemers die hun arbeidsregime van voltijds naar 4/5e wijzigen, een bepaald aantal kwartalen wachten voordat ze een flexi-job kunnen uitoefenen: in het geval van een 4/5e tewerkstelling tijdens het referentiekwartaal ("T-3"), maar een voltijdse tewerkstelling tijdens het vorige kwartaal ("T-4"), kan de flexi-job niet worden uitgeoefend in kwartalen "T" of "T+1", maar pas vanaf kwartaal "T+2". Met andere woorden: wanneer de werknemer zijn regime naar 4/5e tewerkstelling wijzigt, moet hij vier volledige kwartalen wachten alvorens hij een flexi-job kan aanvangen. 

 

Loon

Het loon wordt geplafonneerd op 150% van het minimale basisloon van de sector, tenzij dit anders wordt vastgelegd door een bij koninklijk besluit verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.

De barema’s van de sectoren zijn van toepassing op de werknemer die een flexi-job uitoefent. Indien de sector geen barema voorziet, is het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI) van toepassing. Voor activiteiten die onder het paritair comité 302 vallen, voorziet de wet een hoger bedrag dan het GGMMI.

 

Fiscaal

Er wordt een plafond ingevoerd voor de fiscale vrijstelling van het inkomen uit een flexi-job: voor niet-gepensioneerde werknemers is maximaal 12.000 euro op jaarbasis via het stelsel van flexi-jobs fiscaal vrijgesteld. Dit bedrag wordt geproratiseerd indien het belastbaar tijdperk geen 12 maanden omvat en het bedrag wordt niet geïndexeerd. Het bedrag dat verdiend wordt boven het plafond, wordt als een normale bezoldiging belast. Voor gepensioneerden die een flexi-job uitvoeren, is er geen plafond voorzien.

In geval van een uitbreiding van de flexi-jobs via de opt-in, kan de toepassing van het plafond op de uitbreiding enkel bij koninklijk besluit na een Ministerraad gebeuren.

 

Sociale zekerheid

De patronale bijdrage voor flexi-jobs was tot nu toe 25%. Deze wordt opgetrokken naar 28% voor alle sectoren – de beoogde uitsluiting van verhoging voor de horeca werd uiteindelijk niet voorzien, daar zal eveneens de verhoging naar 28% worden toegepast. Voor werknemers geldt nog steeds een vrijstelling van sociale zekerheidsbijdrage.

 

Sociaal Strafwetboek

Er worden ook enkele sancties met betrekking tot het gebruik van flexi-jobs toegevoegd in de sociale strafwetgeving. Zo is er een sanctie niveau 3 voorzien (vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers) indien de werkgever een flexi-jobber tewerkstelt in een functie die niet behoort tot het toepassingsgebied van de flexi-jobs, en een sanctie niveau 2 indien de raamovereenkomst met de flexi-jobber niet in orde is voor aanvang van de arbeid (eveneens vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers).

Jaarlijks dient de werkgever een overleg te organiseren met de vertegenwoordigers van de werknemers, om de toepassing van de flexi-jobs in de onderneming te bespreken.

Twee jaar na de inwerkingtreding zal de Nationale Arbeidsraad bovendien gevraagd worden de werking van de wet van 16 november 2015 te evalueren.

De Kamer vroeg de sociale partners van de NAR begin november om advies over de uitbreiding van de flexi-jobs naar andere sectoren. De termijn was echter te kort, waardoor er geen advies of brief gestuurd is.