Studentenarbeid: van 50 dagen naar 475 uren
Vanaf 1 januari 2017 zullen studenten 475 uren studentenarbeid kunnen presteren per kalenderjaar. Dit betekent naast een omzetting van het contingent van dagen naar uren, ook een stijging van de tijd die een student jaarlijks mag werken.
Vandaag kunnen studenten 50 dagen arbeid leveren op jaarbasis aan interessante voorwaarden voor de student zelf, en voor de werkgever. Zo lang het contingent van 50 dagen niet overschreden wordt, is de werkgever slechts een solidariteitsbijdrage verschuldigd van 8,13%. Wat veel lager is dan de lasten die betaald moeten worden voor een gewone werknemer. Eenmaal de student zijn contingent overschrijdt, mag de student nog werken, maar zijn de normale sociale lasten verschuldigd.
Al langer leeft in bepaalde sectoren de vraag om het contingent in dagen om te zetten naar uren. Dit werd door deze regering ook in haar regeerakkoord opgenomen. Het werken in uren is voornamelijk belangrijk voor werkgevers uit sectoren waar er vaak gewerkt wordt met onvolledige dagprestaties. De ministerraad van 7 juli 2016 heeft gehoor gegeven aan deze vraag. De regering heeft besloten dat we vanaf 1 januari 2017 niet meer in dagen zullen tellen, maar in uren.
Indien een student drie uur werk op een dag, werd in het systeem in dagen meteen een hele dag van zijn contingent afgetrokken, vanaf 1 januari 2017 zullen dit dus enkel de drie gepresteerde uren zijn.
Naast een omzetting in uren, stijgt het contingent van de student ook. Vanaf 1 januari 2017 zal de student immers 475 uren mogen werken op jaarbasis. Indien men het contingent van 50 dagen enkel had omgezet in uren, was men maar aan een contingent van maximaal 400 uren gekomen (50 dagen vermenigvuldigd met een gemiddelde werkdag van 8 uren). Maar de regering heeft ervoor gekozen om studentenarbeid een duwtje in de rug te geven, en het contingent te verhogen tot 475 uren.
Tegen 1 januari 2017 zal ook de applicatie student@work aangepast worden, zodat zowel de student als de werkgever kunnen blijven opvolgen hoeveel uren de student nog over heeft van zijn contingent.
Het is de daarnaast de bedoeling dat werkgevers al vanaf 1 december 2016 de uren voor studentewerkstelling kunnen reserveren via de DIMONA.
Op 27 september 2016 heeft de NAR zicht uitgesproken over de adviesaanvraag van minister De Block over deze maatregel (advies nr. 1.995). De besprekingen in de Nationale Arbeidsraad zijn niet uitgemond in een unaniem advies. De werkgevers van hun kant hebben zich positief uitgelaten over het initiatief van de minister. Wel werd onder de aandacht gebracht dat de omzetting in uren niet mag leiden tot meer complexiteit voor de werkgever, onder meer op he vlak van controle.
Niets doet twijfelen dat de minister van Sociale Zaken haar initiatief verder zal zetten. De publicatie van de regelgevende teksten is wel nog noodzakelijk vooraleer het nieuwe contingent in werking kan treden. We houden u op de hoogte!