Sociale verkiezingen 2024: het oprichten van kiescolleges en stembureaus
In mei 2024 vinden opnieuw sociale verkiezingen plaats. Om de organisaties uit de socialprofitsectoren hierop voor te bereiden, verschaft Unisoc op regelmatige basis via nieuwsberichten informatie over verschillenden fases van de procedure van de sociale verkiezingen. In dit nieuwsbericht het oprichten van kiescolleges en stembureaus.
De kiescolleges
Indien er een beroep werd ingesteld, zijn de kiezerslijsten ten laatste op X + 28 definitief geworden met het vonnis van de arbeidsrechtbank.
Op basis van deze kiezerslijsten worden de kiescolleges samengesteld. Dit zijn groepen werknemers die samen in dezelfde stembureaus moeten stemmen.
Voor de volgende werknemerscategorieën kunnen er kiescolleges worden opgericht:
- de arbeiders;
- de bedienden;
- de jeugdige werknemers;
- de kaderleden (enkel voor de raad).
Dit zijn m.a.w. de verschillende categorieën waarvoor kiezerslijsten moesten worden opgesteld.
Er wordt geen rekening gehouden met de leden van het leidinggevend personeel die niet de hoedanigheid van kiezer hebben en die niet op de kiezerslijsten worden ingeschreven.
Er wordt wel rekening gehouden met de uitzendkrachten die werden opgenomen op de kiezerslijsten.
Als de TBE minder dan 25 arbeiders OF minder dan 25 bedienden telt: er zal maar één kiescollege moeten worden opgericht worden dat gemeenschappelijk is voor alle werknemers van de TBE, arbeiders en bedienden.
Als de TBE telt ten minste 25 arbeiders EN ten minste 25 bedienden. Er zullen twee afzonderlijke kiescolleges moeten worden opgericht voor de arbeiders en de bedienden.
Als de TBE telt tenminste 25 jeugdige werknemers opgenomen op een aparte kiezerslijst, een afzonderlijke college wordt opgericht voor de jeugdige werknemers. In dat geval tellen ze niet met de arbeiders of de bedienden.
Uitsluitend voor een raad : als de TBE telt tenminste 15 kaderleden opgenomen op een aparte kiezerslijst, een afzonderlijke college wordt opgericht voor de kaderleden. In dat geval tellen ze niet mee met de bedienden voor de verkiezing van de ondernemingsraad (wel voor het comité).
De stembureaus:
-
- Aantal stembureaus:
- Principe: 1 kiescollege = 1 stembureau
In principe is er één stembureau per kiescollege. Men dient dus 1 tot 3 stembureaus op te richten voor het comité en 1 tot 4 stembureaus voor de raad.
- Oprichting van bijkomende stembureaus:
Indien sommige kiescolleges een groot aantal kiezers bevatten, zodat het niet mogelijk is om hen in eenzelfde stembureau te laten stemmen, of in geval van stemming in verschillende zetel van éénzelfde TBE, kan de raad of het comité of, zo er nog geen organen zijn, de werkgever beslissen om verschillende stembureaus per kiescollege op te richten.
Eén van deze bureaus wordt het hoofdbureau van het college. Dit hoofdbureau wordt belast om bij de stemopneming de stemresultaten van de verschillende bureaus te centraliseren, de mandaten te verdelen tussen de lijsten en de verkozenen aan te duiden.
Waar dit nodig mocht blijken en om niet te veel personeelsleden te moeten inzetten, is het mogelijk om maar één enkel stembureau (hoofdbureau en bijkomend stembureau) voor alle personeelscategorieën op te richten. In dit geval vraagt de aanwijzing van secretarissen en bijzitters die niet tot de categorie behoren waarvoor het bureau wordt opgericht een aantal toestemmingen (er is een akkoord nodig om bijvoorbeeld een bediende als secretaris of als bijzitter aan te stellen in een bureau waar de arbeiders zullen stemmen). Het is alleszins aan te raden om, zo er maar één enkel bureau wordt opgericht, om de verschillende werknemerscategorieën op verschillende tijdstippen te laten stemmen.
2. De samenstelling van het stembureau:
De voorzitter: X + 40:
De voorzitter wordt aangeduid door de ondernemingsraad of het comité of, bij ontstentenis van deze organen, door de werkgever, mits akkoord van de vakbondsafvaardiging. Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, wordt de voorzitter aangeduid door de werkgever, mits een akkoord van de representatieve werknemersorganisaties die in de onderneming vertegenwoordigd zijn.
Er moet eveneens een plaatsvervangend voorzitter worden aangeduid die de eigenlijke voorzitter kan vervangen voor het geval deze niet in staat zou zijn om zijn functie uit te oefenen (ziekte, opdracht in het buitenland…).
Deze aanwijzingen moeten uiterlijk op X + 40 gebeuren.
Kan op deze datum geen akkoord worden bereikt, dan moet de werkgever de inspecteur-districtshoofd van het toezicht op de sociale wetten op de hoogte brengen.
Deze inspecteur mag :
- persoonlijk het voorzitterschap van het hoofdbureau waarnemen en de voorzitters van de andere bureaus aanwijzen ;
- de voorzitter van het hoofdbureau en de voorzitters van de andere bureaus aanwijzen.
De gewone en plaatsvervangende voorzitters worden onder het personeel van de onderneming aangewezen. Zij moeten niet noodzakelijk behoren tot de personeelscategorie waarvoor het bureau wordt opgericht en zij moeten zelfs geen kiezer zijn. Een lid van het leidinggevend personeel kan dus voorzitter zijn van een stembureau (op voorwaarde dat die verbonden is door een arbeidsovereenkomst). Om de onafhankelijkheid van het bureau te waarborgen, mag een kandidaat geen voorzitter zijn.
Uiterlijk op X + 54 moeten alle voorzitters door de inspecteur-districtshoofd zijn aangewezen.
De secretaris: X + 54:
Elk bureau heeft een secretaris die uiterlijk op X + 54 wordt aangewezen door de voorzitter van het stembureau, onder de kiezers die behoren tot het kiescollege waarvoor het stembureau wordt opgericht. De voorzitter wijst eveneens een plaatsvervangend secretaris aan.
Zoals de voorzitter, mag de secretaris geen kandidaat zijn.
De secretaris van het stembureau van het kiescollege van de arbeiders moet dus voorkomen op de kiezerslijst van de arbeiders, de secretaris van het stembureau van het kiescollege bedienden op de kiezerslijst van de bedienden, de secretaris van het stembureau van het kiescollege jeugdige werknemers, op de lijst van de jeugdige werknemers.
De secretaris van het stembureau van het kiescollege kaderleden zal dus eveneens een kaderlid moeten zijn. Een kaderlid zal voor het comité evenwel ook secretaris mogen zijn van het stembureau van het kiescollege bedienden, vermits hij voor het comité voorkomt op de kiezerslijst van de bedienden.
Van deze verplichting om te behoren tot de categorie waarvoor het bureau wordt opgericht kan worden afgeweken mits instemming van de werknemersafgevaardigden van de bestaande organen of, bij ontstentenis ervan, mits instemming van de representatieve werknemersorganisaties. Een bediende of een kaderlid kan op die manier als secretaris van een stembureau voor arbeiders worden aangeduid. Secretarissen moeten steeds gekozen worden uit de personeelsleden van de onderneming.
De bijzitters: X + 54:
Op uiterlijk X + 54 wijst de raad of het comité vier bijzitters aan onder de kiezers die op de kiezerslijst voorkomen van de categorie waarvoor het bureau wordt opgericht.
Van deze bepaling kan worden afgeweken onder dezelfde voorwaarden als vermeld voor de secretaris.
Wederom, om de onafhankelijkheid van het bureau te garanderen, mogen de bijzitters, net als de voorzitter en de secretaris, geen kandidaat zijn.
Zij moeten steeds uit het personeel van de onderneming gekozen worden.
Bij ontstentenis van een beslissing van de raad of het comité, worden de bijzitters aangewezen door de inspecteur-districtshoofd van het toezicht op de sociale wetten of door de adjunct-inspecteur die hij heeft aangewezen.
-
- De aanplakking van de samenstelling van de stembureaus en de indeling van de kiezers per bureau: X + 60:
Alle leden van de stembureaus (voorzitter, secretaris en bijzitters) moeten uiterlijk op X + 54 zijn aangewezen.
Op X + 60 moet de raad of het comité of, bij ontstentenis van deze organen, de werkgever, een bericht aanplakken op dezelfde plaats waar het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt werd aangeplakt (formulieren zijn beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg).
Dit bericht vermeldt:
- de samenstelling van de verschillende stembureaus;
- de indeling van de kiezers per stembureau.
-
- De aanwijzing van de getuigen: X + 70:
Uiterlijk op X + 70 kan elke organisatie die kandidaten heeft voorgedragen één effectieve en één plaatsvervangende getuige per stembureau aanduiden.
Deze organisaties lichten tegelijkertijd de getuigen en de werkgever in over deze aanwijzing. Dit kan via de applicatie van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Het weze herinnerd dat de werkzaamheden van de getuigen, zoals deze van de leden van het stembureau, als arbeidstijd worden aangemerkt en aldus worden verloond.
Terug naar themafiche