Richtlijn minimumlonen omgezet in Belgiƫ

In 2022 had het Europees Parlement en de Raad een richtlijn aangenomen betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie. De lidstaten hadden tot midden november 2024 de tijd om de richtlijn om te zetten. Op 31 december werd daartoe door de Belgische regelgever een wet in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

budget (9)

Europese context

De Europese richtlijn inzake minimumlonen werd op 12 oktober 2022 aangenomen door het Europees Parlement en de Raad. Deze richtlijn heeft volgende doelstellingen:

  • De werknemers recht geven op een toereikend minimumloon;
  • De dekkingsgraad van collectieve arbeidsovereenkomsten verhogen;
  • Lidstaten die een lagere dekkingsgraad dan 80% hebben inzake minimumlonen, moeten een actieplan opmaken (in België is de dekkingsgraad wat de minimumlonen betreft 96 à 98%, afhankelijk van welke bron men consulteert).

Op Europees niveau werd ook een expertengroep opgericht die de omzetting van de richtlijn moest begeleiden. Uit de conclusies van dit rapport blijkt dat België, en in het bijzonder de private sector, zeer hoog scoort wat de doelstellingen van de richtlijn betreft.

Belgische omzetting

Ondanks dat België hoog scoort op het vlak van minimumlonen en de dekkingsgraad van CAO’s hoog is, vond de minister van Werk het toch opportuun om hier een wet over aan te nemen. Deze wet werd op 31 december 2024 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd, en is op die datum ook in werking getreden.

De wet definieert minimumlonen als volgt “het in de wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten vastgelegde minimumloon, waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever”. Het gaat in de private sector dus zowel over ondernemings- als sectorale CAO’s. En voor degene die niet gedekt worden door dergelijk CAO, is er nog CAO 43 van de NAR. Deze CAO van de NAR is van toepassing op de hele private sector (op een paar uitzonderingen na). Het gaat dus niet over de barema’s (die hoger dan het minimumloon zouden moeten zitten), die in sectoren of organisaties van toepassing kunnen zijn.

Welke elementen worden in de wet geregeld:

  1. De representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties onthouden zich van elke inmenging door elkaar of door elkaars vertegenwoordigers of leden in de oprichting, de werking of het bestuur van hun respectievelijke organisaties.
  2. Elke 2 jaar wordt de dekkingsgraad van collectieve onderhandelingen nagegaan. Indien de dekkingsgraad van collectieve onderhandelingen onder de drempel van 80 procent gaat, zal de minister een kader opstellen om de collectieve onderhandelingen te verbeteren. Hij zal hiervoor het advies van de sociale partners in de NAR inwinnen. Daarnaast wordt in deze situatie ook een actieplan opgesteld met eenduidelijk tijdschema en concrete maatregelen om de dekkingsgraad van collectieve onderhandelingen geleidelijk te verhogen (maar met respect van de autonomie van sociale partners).
  3. Om de rechten van werknemers op het minimumloon te waarborgen, zal een databank opgericht worden die gegevens bevat over de minimumlonen en de baremieke lonen in de sectoren.
  4. Tot slot voert de wet een recht op verhaal en bescherming in voor de werknemers die nadelige gevolgen of een nadelige behandeling zouden krijgen, nadat ze tegen de werkgever een klacht hebben ingediend omdat de regels inzake het minimumloon door de werkgever niet zouden zijn gerespecteerd. Indien de werkgever de werknemer toch nadelig zou behandelen of ontslaan, en daartoe geen ander motief kan voorleggen, riskeert hij een sanctie:
    • Voor een nadelige behandeling: een forfaitaire schadevergoeding van twee tot drie maanden brutoloon of de werkelijk geleden schade;
    • Bij ontslag: een forfaitaire vergoeding gelijk aan het brutoloon van vier tot zes maanden, bovenop de vergoedingen die aan de werknemer verschuldigd zijn in geval van verbreking van de arbeidsovereenkomst.

 

Aandachtspunt voor de toekomst

Nadat Europa in 2022 de richtlijn had aangenomen, is Denemarken naar het Europees Hof van Justitie gestapt omdat zij van oordeel zijn dat de richtlijn ingaat tegen het verdrag over de werking van de Europese Unie. Het Hof  zal later dit jaar uitspraak doen, maar het standpunt van de advocaat-generaal (vergelijkbaar met het openbaar ministerie) is alvast duidelijk: de Europese richtlijn dient geannuleerd te worden. Het is nu afwachten wat het Hof zal beslissen en wat de impact van een eventuele annulatie zou zijn op de omzetting van de richtlijn inzake minimumlonen en op toekomstige Europese regelgeving.

De sociale partners hadden zich in hun advies nr. 2.414 geëngageerd om na te gaan hoe het sociaal overleg verder nog geoptimaliseerd kan worden. Dit resultaat zou in een aanbeveling gegoten worden. Gezien de hierboven beschreven evolutie, zijn deze werkzaamheden tijdelijk stopgezet.