Programmawet: collectieve arbeidsduurvermindering, toeslag bij tijdelijke werkloosheid en werkhervattingspremie

De programmawet die op 29 december 2023 in het Belgisch Staatsblad verscheen, voorziet in een reeks maatregelen op verschillende vlakken. In dit nieuwsbericht stellen we voor om er drie te behandelen: de verstrenging van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een doelgroepvermindering i.g.v. een collectieve arbeidsduurvermindering, de invoering van een verplichte toeslag ten laste van de werkgever in het kader van tijdelijke werkloosheid en de verhoging van het bedrag van de werkhervattingspremie na een arbeidsongeschiktheid.

législation (2)

Doelgroepvermindering voor een collectieve arbeidsduurvermindering

Werkgevers die op vrijwillige basis (d.w.z. zonder daartoe gedwongen te zijn door bijvoorbeeld een wijziging in het paritair comité waarbinnen de arbeidstijd wordt verlaagd) een collectieve arbeidsduurvermindering invoeren van ten minste één vol uur onder de 38 uur, voor al hun personeel of voor bepaalde categorieën van hun personeel, kunnen gedurende een bepaald aantal kwartalen een vermindering van de werkgeversbijdragen genieten.

Deze vermindering geldt niet alleen voor de voltijdse werknemers in kwestie, maar ook voor deeltijdse werknemers van wie het loon moet worden verhoogd na de invoering van de arbeidsduurvermindering (d.w.z. wanneer ze hetzelfde aantal uren blijven werken). De RSZ heeft echter vastgesteld dat sommige ondernemingen die zeer weinig voltijdse werknemers in dienst hebben in vergelijking met het aantal deeltijdse werknemers, een collectieve arbeidsduurvermindering invoerden om een vermindering van de bijdragen te verkrijgen en hun loonkosten te verlagen, waardoor het doel van de maatregel teniet werd gedaan, aangezien het effect op de creatie van tewerkstelling dan praktisch onbestaande was.

Om “misbruik van het systeem tegen te gaan”, heeft de wetgever besloten om de doelgroepvermindering voor deeltijdse werknemers te beperken tot werknemers die gemiddeld minstens 28 uur per week werken. Deze beperking is van toepassing op collectieve arbeidsduurverminderingen die vanaf 1 november 2023 worden ingevoerd.

 

Toeslag voor tijdelijke werkloosheid

Bij de begrotingsaanpassing van maart 2023 heeft de regering twee beslissingen genomen met betrekking tot tijdelijke werkloosheid. Enerzijds heeft ze beslist dat tijdelijke werkloosheidsuitkeringen berekend zullen worden op 60% in plaats van 65% van het loon, behalve voor tijdelijke werkloosheid door overmacht, waarvoor de 65% behouden blijft. Anderzijds heeft ze beslist dat, als compensatie voor de werknemer, in principe voor elke dag die gedekt wordt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering (behalve voor tijdelijke werkloosheid door overmacht), een toeslag van 5 euro zal worden ingevoerd ten laste van de werkgever (waarvan de evolutie gekoppeld is aan de spilindex), met de precisering dat deze toeslag zal worden toegevoegd aan de toeslagen die reeds voorzien zijn in de wet of in een collectieve arbeidsovereenkomst.

De beslissing om de werkloosheidsuitkering te verlagen tot 60% werd vastgelegd in een koninklijk besluit van 17 december 2023 en de beslissing om een toeslag in te voeren die door de werkgever moet worden betaald, werd vastgelegd in de wet van 5 november 2023 houdende diverse arbeidsbepalingen. Deze wet bepaalt dat de werkgever niet verplicht is om de aanvulling aan de werknemer te betalen als deze laatste geniet van de toepassing van een CAO die hem in geval van tijdelijke werkloosheid de betaling toekent van een bedrag dat ten minste gelijk is aan de aanvulling. De programmawet geeft een verduidelijking: opdat de werkgever vrijgesteld zou zijn van de betaling van de toeslag, moet de CAO in kwestie het behoud verzekeren van een percentage van het loon van de werknemer en enkel voor zover dit percentage de werknemer een bedrag garandeert dat minstens gelijk is aan de toeslag.

Als uw sector of onderneming al een CAO heeft die voorziet in de betaling door de werkgever van een supplement aan de werknemer in geval van tijdelijke werkloosheid, raden wij u aan om na te gaan hoe deze is geformuleerd ten aanzien van de bovenvermelde maatregel.

Al deze maatregelen met betrekking tot tijdelijke werkloosheid zijn in werking getreden op 1 januari 2024.

 

Verhoging van de werkhervattingspremie

De werkhervattingspremie werd ingevoerd via de programmawet van 26 december 2022, en uitgevoerd door een KB dat in de zomer van 2023 werd gepubliceerd. Meer info over deze premie vindt u in dit nieuwsbericht.

De premie van 1.000 euro wordt gegeven aan een werkgever waarbij een langdurig zieke persoon het werk hervat onder de voorwaarden van artikel 100, §2 van de ZIV-wet – met andere woorden, onder het regime van gedeeltelijke werkhervatting – vanaf 1 april 2023. We werkhervatting moet minstens 3 maanden bedragen. Deze premie wordt nu, vanaf 1 januari 2024, verhoogd naar 1.725 euro.