NAR heeft werk gemaakt van meerdere CAO’s: de loonnorm en de verlengingen inzake SWT en Tijdskrediet
Op 21 maart 2017 hebben de sociale partners die zetelen in de Nationale Arbeidsraad maar liefst negen collectieve arbeidsovereenkomsten afgesloten: de loonnorm en de verlengingen van meerdere stelsels SWT alsook van de verlaagde uitstapleeftijd voor landingsbanen!
Deze CAO’s werden afgesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord (IPA) dat in februari 2017 door de Groep van 10 werd afgesloten.
De loonnorm
In het kader van de IPA-besprekingen leggen de sociale partners tweejaarlijks de maximale marge voor de loonkostontwikkeling vast. Voor de periode 2017-2018 is de maximale marge vastgelegd op 1,1%. Dit betekent dat ondernemingen en sectoren hun totale loonkost mogen laten stijgen, maar dat deze stijging minimaal 0% en maximaal 1,1% van de totale loonkost mag bedragen.
We herinneren u er aan dat geen rekening gehouden wordt met indexeringen en baremieke verhogingen om te controleren of de loonnorm wordt overschreden.
De loonnorm werd in het verleden vastgelegd in een IPA, of in een KB of in een wet. Deze keer is de loonnorm voor de eerste keer vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst, meer bepaald in de CAO nr. 119. Doordat de loonnorm is vastgelegd in een CAO van de NAR, is de loonnorm derhalve op de gehele private sector van toepassing.
Naast het vaststellen van de loonnorm zijn in de CAO nog twee bepalingen opgenomen, die overgenomen worden uit het IPA:
- In de onderhandelingen over de invulling van de loonmarge op sector- of ondernemingsniveau zal maximaal mogelijk rekening moeten gehouden worden met de specifieke economische situatie van de sector en/of de onderneming. Daarnaast moet er ook aandacht zijn voor het behoud en de creatie van tewerkstelling en de concurrentiekracht.
- Bij de invulling van de loonmarge moet rekening worden gehouden met de reële kostprijs van maatregelen.
Over deze twee punten zijn lange besprekingen gevoerd in de NAR, omdat er onduidelijkheid was of beide bovenstaande bepalingen louter verplichtingen zijn voor de partijen die de CAO hebben afgesloten, of dat deze bepalingen ook uitwerking hebben op individueel niveau. Het is nu afwachten hoe de Algemene Directie collectieve arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO deze bepalingen zal evalueren wanneer de CAO algemeen verbindend verklaard zal worden. Wordt dus nog vervolgd ...
De verschillende stelsels SWT
Verschillende stelsels van SWT moeten tweejaarlijks verlengd worden door de sociale partners, opdat deze verder uitwerking kunnen hebben. Ook voor de periode 2017-2018 moest deze oefening opnieuw gerealiseerd worden. U vindt deze stelsels terug in onderstaande tabel.
Stelsel van SWT
|
Nieuwe CAO
(periode 2017-2018)
|
Ter vervanging van
(periode 2015-2016)
|
Nachtarbeid/zwaar beroep (33 jaar anciënniteit)
|
CAO 120
|
CAO 111
|
Zware beroepen (35 jaar anciënniteit)
|
Moet niet verlengd worden door de NAR, KB SWT volstaat voor afsluiten sector- of onderemingsCAO
|
Moet niet verlengd worden door de NAR, KB SWT volstaat voor afsluiten sector- of ondernemingsCAO
|
Medisch SWT
|
CAO 123
|
CAO 114
|
Lange loopbanen
|
CAO 124
|
CAO 115
|
Herstructureringen en ondernemingen in moeilijkheden
|
CAO 126
|
CAO 117
|
De hierna volgende stelsels van SWT moeten op ondernemings- en/of op sectorniveau geactiveerd, en in voorkomend geval geconcretiseerd, worden opdat ze toepassing kunnen vinden: nachtarbeid (zwaar beroep met 33 jaar anciënniteit), zware beroepen (35 jaar anciënniteit) en herstructureringen.
De stelsels van de lange loopbanen en het medisch SWT moeten daarentegen niet op sectoraal of ondernemingsniveau geactiveerd/geconcretiseerd worden.
Daarnaast hebben de sociale partners ook een aantal kaderCAO’s opnieuw moeten afsluiten voor de periode 2017-2018. Deze kaderCAO’s hebben tot doel om een geleidelijke verhoging van de leeftijdsvoorwaarde mogelijk te maken voor een aantal stelsels van SWT, in afwijking op de verhoging tot 60 jaar zoals voorzien door het KB SWT.
Stelsel van SWT
|
Ter vervanging van
(periode 2015-2016)
|
Nieuwe CAO
(periode 2017-2018)
|
Nachtarbeid/zwaar beroep (33 jaar anciënniteit)
|
kaderCAO 112
|
kaderCAO 121
|
Zware beroepen (35 jaar anciënniteit)
|
kaderCAO 113
|
kaderCAO 122
|
Lange loopbanen
|
kaderCAO 116
|
kaderCAO 125
|
Voor deze drie stelsels geldt dat de leeftijd om tot deze stelsels toe te treden 58 jaar bedraagt in 2017, en 59 jaar in 2018. Aan de anciënniteitsvoorwaarde verandert er niets.
In de loop van de maand april zal Unisoc haar dossier over SWT actualiseren, om u een duidelijk, volledig en geactualiseerd overzicht te geven van de huidige regelgeving inzake SWT.
De landingsbanen (Tijdskrediet)
Het uitzonderingsregime inzake landingsbanen dat tot nu was vastgelegd in CAO 118, wordt verlengd voor de periode 2017-2018. De CAO voorziet een afwijking op de instapleeftijd voor een landingsbaan in het kader van zware beroepen, lange loopbanen en herstructureringen zoals bepaald in het KB tijdskrediet. Daar waar het KB deze leeftijd vastlegt op 57 in 2017 en op 58 jaar in 2018, maakt de CAO een landingsbaan mogelijk vanaf de leeftijd van 55 jaar.
Deze nieuwe CAO nr. 127 moet nog op het niveau van het paritair comité geactiveerd worden.
Andere maatregelen
Naast bovenstaande maatregelen, moeten de sociale partners ook tweejaarlijks de intentie uiten dat ze een aantal maatregelen wil verlengen, zo ook voor de periode 2017-2018. Deze intentie werd via het advies nr. 2.026 van de NAR overgemaakt aan de regering:
- De inspanningen inzake risicogroepen. Jaarlijks moeten de werkgevers 0,10% van hun loonmassa in de risicogroepen investeren. Deze inspanning moet tweejaarlijks verlengd worden door de interprofessionele sociale partners in het kader van het IPA, wat voor de periode 2017-2018 effectief het geval is. Het is nu aan de minister om deze verlenging via een KB te concretiseren, waarna de sectoren en de ondernemingen op hun beurt de inspanningen inzake risicogroepen kunnen verlengen.Voor de volledigheid merken we nog op dat indien een onderneming of sector beslist om 0,15% van de loonmassa in de risicogroepen te investeren, de betreffende ondernemingen vrijgesteld zijn van de startbaanverplichting.
- Het systeem van de innovatiepremie, meer bepaald de (para)fiscale gunstige behandeling.
- De financiering en de verduurzaming van de overheidstussenkomst in het kader van de 80/20-regeling (tussenkomst werkgever in de kosten van het openbaar vervoer in het woonwerkverkeer via een derdebetalersovereenkomst).
- Het behoud van de totale boete voor het niet aanbieden van een outplacementbegeleiding door de werkgever. Deze boete wordt behouden op een niveau van 1.800 euro. We brengen in herinnering dat deze boete enkel van toepassing is voor het bijzonder stelsel van outplacement (werknemers ontslagen vanaf de leeftijd van 45 jaar met één jaar ononderbroken anciënniteit).
Terug naar themafiche