Mobiliteit: de NAR sluit een aanvullende CAO over de fietsvergoeding
Op 24 januari 2023 hebben de sociale partners van de Nationale Arbeidsraad – waaronder Unisoc – collectieve arbeidsovereenkomst nr. 164 met betrekking tot de tussenkomst van de werkgever in de verplaatsing per fiets tussen zijn woon- en werkplaats ondertekend. De CAO heeft als doel de voorwaarden, het bedrag en de modaliteiten voor de tussenkomst van de werkgever voor de verplaatsing te regelen. Het betreft een aanvullende CAO die niet van toepassing is op sectoren en ondernemingen die reeds in een fietsvergoeding voorzien. Inwerkingtreding op 1 mei 2023.
Context
Sinds enkele jaren hebben de sociale partners als doel het gebruik van duurzame vervoersmiddelen aan te moedigen: actieve vervoersmiddelen en openbaar vervoer. Dit werd reeds in verschillende IPA’s benadrukt. In de voorbije jaren hebben verschillende sectoren daarom een CAO gesloten over dit onderwerp. In 2022 hebben de raden van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Nationale Arbeidsraad de regels rond de fiets in de sectoren gedetailleerd in kaart gebracht. We kunnen daaruit concluderen dat slechts een beperkt deel van de werknemers nog geen vergoeding krijgt.
De minister van Mobiliteit Gilkinet had daarenboven een wetgevend initiatief voorbereid dat zou ingrijpen op wat in heel wat sectoren reeds afgesproken was. Dit voorstel van de minister, dat een inbreuk is op sectorale akkoorden, was uiteraard ontoelaatbaar voor de werkgeversorganisaties.
Bovendien heeft de regering ook het plan “BeCyclist” gelanceerd, waarin een aanzienlijk bedrag voorzien wordt voor het promoten van professionele verplaatsingen via fiets. Een deel ervan wordt dus toebedeeld aan ondernemingen, met als doel het compenseren van de veralgemening en verhoging van de fietsvergoeding.
Het is in dat licht dat de interprofessionele werkgeversorganisaties zich geëngageerd hebben in de richting van een aanvullende CAO, die het sectoraal sociaal overleg of overleg op ondernemingsvlak respecteert, zowel wat betreft gemaakte als toekomstige akkoorden.
Modaliteiten en bedrag
De CAO voorziet een vergoeding van 0,27 euro per kilometer voor het jaar 2023, dat in de toekomst zal geïndexeerd worden op een jaarlijkse basis. De vergoeding zal verschuldigd zijn voor effectief gereden trajecten met een maximale afstand van 20km tussen woon- en werkplaats (dus 40km voor een traject heen-terug). De fiets mag gebruikt worden in combinatie met andere vervoersmiddelen, maar eenzelfde afstand geeft slechts recht op één vergoeding. De werknemer moet aan zijn werkgever een verklaring op eer bezorgen waarin staat welke weg hij volgt naar het werk, en dat hij met de fiets komt. Het komt de werkgever toe te bepalen hoe hij controle hierop voert. De CAO is gesloten voor onbepaalde duur en treedt in werking op 1 mei 2023.
Gevolgen voor de socialprofitsectoren
Concreet betekent dit op niveau van de socialprofitsectoren dat de sector van de thuishulp (PC 318.01), de maatwerkbedrijven (PC 327.03) en de federale en bicommunale sociaal-culturele organisaties (PC 329.03) die op dit ogenblik nog geen CAO hebben die voorziet in een fietsvergoeding, zullen gehouden zijn om de interprofessionele aanvullende CAO toe te passen. Met andere woorden: voor de overige socialprofitsectoren verandert er niets, de sectorale modaliteiten en bedragen blijven van toepassing.
Advies
De NAR heeft ook advies nr. 2.351 uitgebracht, dat de CAO uitlegt.
Parallel met het sluiten van deze CAO hebben de CRB en de NAR een gemeenschappelijk advies uitgebracht (CRB 2023-0175 en NAR nr. 2.343). Daarin hebben de Raden vooreerst een voorwaarde gedefinieerd die in hun ogen absoluut moet vervuld zijn, zodat de financiële maatregelen in het voordeel van de fiets hun doel niet voorbijgaan: de nood aan investeringen in kwaliteitsvolle (goed onderhouden) en zekere (fietspaden en fietsostrades) fietsinfrastructuur, wat momenteel ontbreekt.
Ze vragen vervolgens enkele concrete wijzigingen in het door de federale regering voorgestelde compensatiemechanisme, met als doel om de financiële impact van de veralgemening en verhoging van de fietsvergoeding op de werkgever te compenseren. Tot slot vestigen ze de aandacht op de werknemers van de publieke sector, op wie de CAO niet van toepassing is.