Langverwacht KB tot wijziging regelgeving SWT gepubliceerd!

De leeftijd en de anciënniteit die een werknemer moet bewijzen om in aanmerking te komen voor een stelsel SWT is de leeftijd en anciënniteit in de CAO die geldt op het einde van de arbeidsovereenkomst. De leeftijd moet vervuld zijn tijdens de geldigheidsduur van deze CAO èn op het einde van de arbeidsovereenkomst. De anciënniteit moet op het einde van de arbeidsovereenkomst bereikt zijn, en dus niet noodzakelijk tijdens de geldigheidsduur van de CAO.

Het kliksysteem vormt een uitzondering op bovenstaande regel. Het KB van 30/01/2017, zoals op 13 februari gepubliceerd, breidt het toepassingsgebied van dit kliksysteem uit en voegt een nieuwe uitzondering op de regel van de vereiste leeftijdsvoorwaarde toe.

Kliksysteem

Het klikken in het kader van SWT komt erop neer dat een werknemer die op een bepaald ogenblik voldoet aan de - op dat moment geldende - leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden, deze voorwaarden als het ware “vastgeklikt” ziet. Op basis van deze geklikte voorwaarden heeft de werknemer bij ontslag op een later tijdstip nog steeds recht op SWT ook al voldoet hij/zij op het einde van de arbeidsovereenkomst niet aan de, mogelijks verstrengde, voorwaarden inzake leeftijd en anciënniteit. Met andere woorden, het klikken zorgt ervoor dat het recht op werkloosheid met bedrijfstoeslag in geval van ontslag behouden blijft, ook al is de CAO op basis waarvan geklikt is op het einde van de arbeidsovereenkomst niet langer van toepassing.

Het zogenaamde klikken is in de feiten een onderzoek door de RVA voorafgaandelijk aan het ontslag. De RVA controleert of de werknemer op een bepaald ogenblik in zijn/haar carrière aan de op dat moment geldende voorwaarden voor SWT voldeed.

Let op! Het kliksysteem is enkel en alleen van toepassing op de werknemers van wie het recht op een aanvullende vergoeding in geval van ontslag gebaseerd is op CAO 17 of op een CAO lange loopbaan zoals bedoeld in (het inmiddels opgeheven) artikel 3, §2 van het KB van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Het KB van 30/01/17 voegt aan dit toepassingsgebied een derde stelsel SWT toe, met name de overgangsregeling die voorzag in het behoud van SWT op de leeftijd van 60 jaar toen op 1 januari 2015 de leeftijd in CAO 17 opgetrokken werd tot 62 jaar. Zeer concreet gaat het over de CAO’s die uitvoering geven aan artikel 16, eerste lid, 2° van het KB van 30/12/14 (BS 31/12/14). De sector- of ondernemingsCAO’s afgesloten in uitvoering van deze overgangsregeling moeten aan de hierna volgende voorwaarden voldoen:

• De CAO moet afgesloten en neergelegd zijn voor 1 juli 2015.
• De CAO mag niet afgesloten zijn voor een periode langer dan 3 jaar.
• De CAO treedt uiterlijk op 1 januari 2015 in werking. 

Vereiste leeftijdsvoorwaarde

Zoals hoger gezegd, is de leeftijd die een werknemer moet bewijzen om in aanmerking te komen voor een stelsel SWT de leeftijd in de CAO die geldt op het einde van de arbeidsovereenkomst. De leeftijd moet vervuld zijn tijdens de geldigheidsduur van deze CAO en op het einde van de arbeidsovereenkomst.

In de praktijk komt dit erop neer dat, wanneer de opzeggingstermijn verstrijkt buiten de geldigheidsperiode van de CAO, de werknemer alleen aanspraak zal kunnen maken op het desbetreffende stelsel SWT indien voor de volgende periode een CAO met dezelfde leeftijd is gesloten. Indien de leeftijd echter verhoogd is ten opzichte van het moment van ontslag (of het stelsel RCC niet meer bestaat), komt de werknemer niet langer in aanmerking voor dit type SWT.

Om deze kink in de kabel te verwijderen, bepaalt het KB van 30/01/17 dat de leeftijd die vereist is om in geval van ontslag in aanmerking te komen voor een stelsel SWT de leeftijd is zoals bepaald in de CAO die van toepassing is op het moment van ontslag, en dus niet langer de leeftijd zoals van toepassing op het einde van de arbeidsovereenkomst.

Deze aangepaste regel geldt enkel en alleen voor de zogenaamde “bijzondere” stelstels SWT, met name

• 20 jaar nachtarbeid/zware beroepen/arbeidsongeschiktheid bouw (anciënniteit 33 jaar – art. 3, §1 van het KB van 03/05/07))
• Zware beroepen (anciënniteit 35 jaar – art. 3, §3)
• Medisch SWT (anciënniteit 35 jaar – art. 3, §6)
• Lange loopbanen (anciënniteit 40 jaar – art. 3, §7)

Vermelden we voor de volledigheid nog dat de anciënniteit die bereikt moet worden, de anciënniteit is zoals van toepassing op het einde van de arbeidsovereenkomst. Deze regel blijft derhalve ongewijzigd van toepassing. Dit stelt voorlopig ook geen problemen omdat de anciënniteit in de afgelopen jaren en de komende twee jaren niet verstrengd is noch zal worden. Op korte termijn zal er met andere woorden geen verschil zijn in de anciënniteit vereist op het moment van ontslag en de anciënniteit vereist op het einde van de arbeidsovereenkomst.