Klokkenluidersrichtlijn: de NAR en de CRB brengen hun advies uit

Op 30 november hebben de Nationale Arbeidsraad (NAR) en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) een advies uitgebracht over voorontwerp van wet betreffende de bescherming van personen die schendingen van het recht van de Europese Unie of van het nationale recht binnen een rechtspersoon in de particuliere sector melden. Dit voorontwerp van wet heeft als doel de omzetting van een richtlijn uit 2019, die de implementatie van "interne meldingskanalen" voorschrijft. De interne meldingskanalen zouden reeds vanaf 17 december 2021 voor ondernemingen met 250 of meer werknemers worden verplicht.

europe (3)

Het wetsontwerp heeft tot doel Richtlijn (EU) 2019/1937 - algemeen bekend als de "klokkenluidersrichtlijn" - om te zetten naar Belgisch recht, specifiek voor de privésector. Deze richtlijn regelt de wijze waarop klokkenluiders schendingen van het EU-recht kunnen melden, alsook de bescherming die zij vervolgens genieten. Ook worden de voorwaarden vastgesteld waaraan de verschillende systemen moeten voldoen.

In hun advies hebben de Raden eerst een aantal algemene beginselen geformuleerd die de omzetting van de richtlijn in Belgisch recht moeten regelen, zoals het belang van sociaal overleg, de noodzaak om bij de omzetting de samenhang tussen de private en de publieke sector te bewaren, de evenredigheid, enz.

Op verzoek van Unisoc benadrukken de Raden in het bijzonder de noodzaak om een definitie van publieke overheden aan te nemen, waarin rechtspersonen die overheidssubsidies ontvangen maar tot de private sector behoren, uitgesloten worden. Het doel is te voorkomen dat socialprofitondernemingen, waarvan een aanzienlijk deel overheidsfinanciering ontvangt, worden gelijkgesteld met overheidsinstanties en worden onderworpen aan de regels die gelden voor de overheidssector. Dit om te voorkomen dat de ongelukkige episode van het GDPR-dossier zich herhaalt.

Voorts hebben de Raden in hun advies de verschillende artikelen van het wetsontwerp grondig besproken. Het gaat daarbij om het toepassingsgebied (persoonlijk en materieel - over dit laatste aspect zijn de meningen verdeeld tussen de vakbonden en de werkgeversorganisaties), de definities, de interne en externe meldingskanalen, de openbaarmaking, de sancties, de wijziging van de wet op de arbeidsovereenkomsten, de beschermingsmaatregelen en de inwerkingtreding.

Tot slot verzoeken de Raden om te worden betrokken bij de evaluatie van de betrokken wetgeving, die voor het tweede jaar na de inwerkingtreding ervan is gepland.

De Raden wijzen erop dat de geplande datum van 17 december 2021 voor de inwerkingtreding voor ondernemingen met 250 of meer werknemers niet voldoende tijd biedt om interne rapportagekanalen op te zetten in het kader van de sociale dialoog. Zij stellen voor een onderscheid te maken tussen het moment van inwerkingtreding van de wet en het moment waarop de interne meldingskanalen in de ondernemingen moeten opgezet en operationeel zijn. Zij vragen om een extra jaar voor het implementeren van interne meldingskanalen, zodat de sociale dialoog eerst kan gevoerd worden en deze kanalen en procedures in de praktijk kunnen worden gebracht.

Unisoc blijft deze kwestie op de voet volgen en blijven informeren over nieuwe ontwikkelingen.

 

U kunt advies nr. 2252 hier vinden.