Jaarlijkse vakantie: NAR-advies over de aanpassing van de Belgische wetgeving aan het Europees recht
Reeds enkele jaren debatteert de Nationale Arbeidsraad over enkele hete hangijzers rond jaarlijkse vakantie: de onmogelijkheid om vakantie op te nemen omwille van ziekte, de werknemer die ziek valt tijdens het opnemen van vakantie en het recht op vakantie van de werkneemster in zwangerschapsverlof. De NAR heeft hierover een unaniem advies uitgebracht.
De Nationale Arbeidsraad heeft het dossier terug opgepikt op vraag van minister van Werk Dermagne, om het Belgisch vakantierecht in overeenstemming te brengen met de Europese regelgeving en rechtspraak.
De opmerkingen van de Europese Commissie hebben betrekking op het feit dat de Belgische reglementering een werknemer voor wie het om bepaalde redenen onmogelijk was al zijn vakantiedagen in het vakantiejaar op te nemen, niet toestaat zijn vakantiedagen ook na dat vakantiejaar over te dragen.
De Europese Commissie stelt tevens vast dat de Belgische reglementering een werknemer ook niet toestaat zijn vakantiedagen op een later tijdstip op te nemen indien zich tijdens zijn vakantieperiode een ziekte voordoet, waardoor hij de vakantiedagen die samenvallen met zijn ziekte verliest. Deze twee onmogelijkheden zijn in strijd met artikel 7 van de richtlijn, dat bepaalt dat “de lidstaten de nodige maatregelen [treffen] opdat aan alle werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon van ten minste vier weken wordt toegekend".
De NAR benadrukt voorafgaand in zijn advies nr. 2.268 dat de regels rond jaarlijkse vakantie reeds zestig jaar worden toegepast in België. Ze kunnen daarom niet plots worden gewijzigd, dit zal nog tijd vragen.
Uitstel vakantiedagen bij ziekte
- Overdracht van de vakantiedagen
Het Europees Hof van Justitie heeft verduidelijkt dat een werknemer volgens Europees recht, recht heeft op minstens vier weken betaalde vakantie per referentieperiode (in België is dit het vakantiejaar). Werknemers zijn echter niet altijd in staat om alle vakantie op te nemen door ziekte, of door moederschapsrust, voor het einde van het vakantiejaar. De vakantie moet volgens het Hof in dat geval kunnen worden opgenomen in een periode van 15 maanden volgend op het vakantiejaar.
De NAR komt overeen dat de uitgestelde vakantie mag opgenomen worden in de 24 maanden volgend op het vakantiejaar waarin de werknemer zijn vakantie door ziekte of door moederschapsrust niet heeft kunnen opnemen. De NAR verbindt hier wel aan dat voor deze overgedragen vakantiedagen andere tellers moeten voorzien worden dan de gewone vakantiedagen, en dat duidelijk moet blijken wat de einddatum is voor de opname van de overgedragen vakantiedagen.
De NAR sluit, op uitdrukkelijk verzoek van Unisoc, de werkverwijdering bij zwangere vrouwen uit van de lijst van schorsingen die overdracht van vakantie naar het volgende vakantiejaar toelaten, behalve wanneer de werkneemster kan aantonen dat ze omwille van gezondheidsredenen haar vakantie niet kon opnemen tijdens de periode van werkverwijdering. In dat geval geldt overdracht van vakantie omwille van ziekte.
- Cumul ziektevergoeding en loon vakantiedagen
Als de werknemer zijn vakantiedagen niet kan opnemen in het vakantiejaar wegens ziekte, dan moeten deze dagen – in overeenstemming met de Europese regelgeving – uitbetaald worden aan het einde van het jaar.
De ZIV-wet stelt echter dat eenzelfde dag niet zowel mag betaald worden als ziektedag én als vakantiedag. De NAR vraagt daarom dat dit cumulverbod wordt opgeheven. Hij vraagt ook dat dit cumulverbod wordt opgeheven voor de samenloop tussen ziektedagen en de dagen van werkverwijdering van een zwangere werkneemster.
Gelet op de technische complexiteit van dit dossier, vraagt de Raad om te worden betrokken bij de omzetting in regelgeving, samen met de sociale secretariaten.
Opname vakantiedagen bij samenloop ziekte en vakantie
De werknemer kan ziek worden voordat zijn vakantie is gestart of na de start van zijn vakantie. In België gold tot nu toe dat de eerste schorsing primeert. Wanneer de vakantie reeds is aangevangen en de werknemer ziek wordt, dan blijven de ziektedagen gekwalificeerd als vakantiedagen. België is daarvoor echter veroordeeld door het Europees Hof van Justitie, en dus heeft de NAR ook hiervoor een oplossing gezocht.
Na lange debatten tussen de werkgeversorganisaties en vakbonden, zijn de sociale partners overeengekomen dat de dagen van ziekte tijdens een vakantieperiode worden gekwalificeerd als ziektedagen en ook gewaarborgd loon wordt betaald, onder enkele voorwaarden: de werknemer moet de werkgever onmiddellijk op de hoogte brengen dat hij ziek is; hij dient daarna ook een medisch attest in om zijn ziekte te staven en de duur van zijn ziekte; als de werknemer het modeldocument gebruikt, dan geldt dit als kennisgeving aan de werkgever dat hij zijn vakantiedagen op een later moment wil opnemen. Gebruikt hij het modelattest niet, dan moet hij het uitstel van vakantiedagen nog expliciet aan de werkgever laten weten.
Als de werknemer zich niet houdt aan deze voorwaarden, dan vervalt het recht op het later opnemen van vakantiedagen, behalve bij een ziekenhuisopname of overmacht.
De NAR vraagt in zijn advies dat de nieuwe regels zouden ingaan op 1 januari 2023: zo hebben de werkgevers en sociale secretariaten nog voldoende tijd om zich aan te passen wanneer de nieuwe wetgeving verschenen is. Bovendien is het technisch enkel mogelijk om het systeem van de overdracht van vakantiedagen te laten ingaan bij het begin van een nieuw kalenderjaar.
Wij houden u op de hoogte van verdere vorderingen in dit dossier.
Terug naar themafiche