Het PC 337 sluit drie nieuwe CAO's af!
De eerste betreft het recht op deconnectie in kleine ondernemingen met minder dan 20 werknemers. In het kader van de arbeidsdeal moesten ondernemingen met 20 of meer werknemers dit recht al sinds 1 april 2023 waarborgen door middel van een CAO of een aanpassing van hun arbeidsreglement. In het PC 337 werd hiervoor al een sectorale CAO afgesloten. Ook voor kleine ondernemingen wordt nu een (iets) minder strikt kader voorzien. De tweede en derde CAO hebben betrekking op de toekenning van een eindejaarspremie aan werknemers die in het kader van een persoonsvolgendbudget (PVB) of een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) worden tewerkgesteld.
De wet “arbeidsdeal” van 3 oktober 2022, voorziet in een verplichting voor werkgevers die twintig of meer werknemers tewerkstellen om de modaliteiten van het recht op deconnectie van de werknemers, vast te leggen in een ondernemingsCAO of in het arbeidsreglement, indien dit kader niet op (inter)sectoraal niveau voorzien is. Voor de werkgevers van het PC 337 was het niet nodig om op ondernemingsniveau actie te ondernemen, aangezien een sectorale CAO van 21 februari 2023 het kader heeft bepaald. Tijdens de besprekingen die hebben geleid tot het afsluiten van deze CAO, hebben de sociale partners zich er ook toe verbonden een open discussie te voeren over een mogelijk kader voor een recht op deconnectie voor kleine ondernemingen (minder dan 20 werknemers).
Zo werd vorige week in de CAO van 19 december 2023 een kader vastgelegd voor het recht op deconnectie in kleine ondernemingen, rekening houdend met de haalbaarheid voor de kleinste structuren. De modaliteiten voor de praktische uitvoering van het recht zijn bijna identiek aan die van de CAO van 21 februari 2023, maar in tegenstelling tot de CAO van 21 februari 2023 is er geen verplichting voor de werkgever om regelmatig informatie- en bewustmakingsacties te organiseren met betrekking tot het verstandig gebruik maken van digitale hulpmiddelen en de risico’s die verbonden zijn aan overmatige connectie. Ten slotte zal de situatie minstens om de twee jaar moeten worden geëvalueerd en niet jaarlijks, en zal deze evaluatie op de agenda van de vakbondsafvaardiging (indien deze aanwezig is in de onderneming) moeten worden geplaatst.
In uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de sociale -/non-profitsectoren ("VIA5") van 8 juni 2018 – en dus enkel van toepassing in Vlaanderen - moeten de werkgevers privépersonen die voor hun eigen rekening personeel tewerkstellen voor hun persoonlijke dienst of deze van hun gezin in het kader van een PVB of een PAB vanuit de Vlaamse Overheid, hen vanaf 2019 jaarlijks een eindejaarspremie toekennen. De berekenings- en toekenningsmodaliteiten van de premie en, in voorkomend geval, afhankelijk van het beschikbare budget, het bedrag van het eventuele saldo van de premie van het vorige jaar, moesten elk jaar bij sectorale CAO worden vastgesteld (krachtens een CAO van 3 december 2019).
Het PC 337 heeft hierover twee nieuwe CAO's gesloten. De eerste voorziet in de betaling van een saldo van €194,5 bruto voor het referentiejaar 2022 (voor elke VTE). De tweede vervangt de CAO van 3 december 2019 en voorziet, vanaf het referentiejaar 2023, in de betaling van een eindejaarspremie gelijk aan 54,54% van het geïndexeerd sectoraal bruto minimum maandloon (zoals bepaald in een CAO van 6 juli 2021, en met uitsluiting van andere premies of toeslagen) dat aan de werknemer verschuldigd is voor de maand oktober van het lopende jaar. De berekenings- en toekenningsmodaliteiten veranderen dus niet meer van jaar tot jaar. De premie zal in december van het jaar waarvoor het wordt toegekend, moeten worden uitbetaald. Als overgangsmaatregel moet de premie voor het jaar 2023 uiterlijk in februari 2024 worden betaald.
Terug naar themafiche