Coronavirus: gewaarborgd loon

De crisis m.b.t. het coronavirus heeft een aantal vragen met betrekking tot het arbeidsrecht met zich meegebracht. Wij stellen voor om even stil te staan bij de regels met betrekking tot het gewaarborgd loon door te kijken naar verschillende gevallen waarin de vraag naar de toepassing ervan kan rijzen.

maladie (9)
  1. Wat is de situatie van een werknemer die ziek is door het COVID-19 virus?

Wanneer een werknemer vanwege het COVID-19 virus ziek is en daardoor niet kan werken, gelden in principe de gewone regels voor arbeidsongeschiktheid. In dit geval heeft de arbeidsongeschikte werknemer in principe gedurende een bepaalde periode recht op het gewaarborgde loon dat zijn werkgever verschuldigd is, waarna hij gedekt zal worden door het stelsel van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Na de overgang naar fase 2 op basis van de aanbevelingen van de Nationale Veiligheidsraad, is het gewaarborgd loon ook verschuldigd is in geval van arbeidsongeschiktheid die blijkt uit een medisch attest dat is afgegeven na een telefonische raadpleging door de behandelende arts en waarin de ziekte duidelijk wordt vastgesteld. In voorkomend geval kunnen de gebruikelijke regels inzake medisch toezicht op initiatief van de werkgever worden toegepast (controlegeneesheer,…).

 

  1. Hoe zit het met een werknemer die het onderwerp is van een quarantainemaatregel van de overheid?

Wanneer de overheid (FOD Volksgezondheid) beslist om een werknemer in quarantaine te plaatsen omdat hij/zij besmet is, kan die werknemer in tijdelijke werkloosheid wegens overmacht geplaatst worden.

Opgelet: de werknemer mag in dit geval niet ziek zijn. Als hij ziek is, moet de werkgever hem het gewaarborgd loon voor een bepaalde periode betalen, waarna hij naar de ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt overgeheveld.

Let op: de quarantaine die we in deze gevallen bedoelen, heeft geen betrekking op situaties waarin de behandelende arts een persoon alleen in het belang van zijn of haar gezondheid of die van een familielid adviseert om thuis te blijven (in een medisch attest).

 

  1. Wat gebeurt er als een werknemer in quarantaine werd geplaatst en daardoor ook op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht en vervolgens ziek wordt: heeft die werknemer recht op het gewaarborgd loon of op een ziekte-uitkering?

Wanneer een werknemer door ziekte verhinderd wordt om terug te keren naar zijn werk, gelden de gewone regels inzake arbeidsongeschiktheid. In dit geval verlaat de werknemer de tijdelijke werkloosheidsregeling wegens overmacht en is hij arbeidsongeschikt, waardoor hij in principe vanaf de eerste dag van de ziekte recht heeft op een door zijn werkgever gedurende een bepaalde periode te betalen gewaarborgd loon. Daarna zal hij onder het stelsel van de ziekte- en invaliditeitsverzekering vallen.

 

  1. Wat gebeurt er als voor de hele onderneming de tijdelijk werkloosheid wordt ingeropen wordt en een werknemer het gewaarborgd loon opeist door een medisch attest over te leggen waaruit duidelijk blijkt dat hij ziek is?

In tegenstelling met de vorige situatie, is het hier de onderneming die haar activiteiten staakt. Artikel 56 van de Arbeidsovereenkomstenwet bepaalt echter dat een werknemer alleen recht heeft op het gewaarborgde loon wanneer zijn arbeidsongeschiktheid zich voordoet tijdens "dagen van normale activiteit" binnen de onderneming.

De vraag is of tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of om economische redenen wordt beschouwd als "dagen van normale activiteit", wat zou betekenen dat voor die dagen het gewaarborgd loon zou moeten worden betaald in geval van arbeidsongeschiktheid. In het geval van tijdelijke werkloosheid om economische redenen is de FOD Werkgelegenheid van mening dat dit niet het geval is en dat de arbeidsongeschikte werknemer zich tot zijn ziekenfonds moet wenden om een arbeidsongeschiktheidsuitkering te ontvangen.

In geval van tijdelijke werkloosheid door overmacht worden de dagen in principe wel beschouwd als "dagen van normale activiteit" waarvoor gewaarborgd loon verschuldigd zou in geval van arbeidsongeschiktheid. De reden hiervoor is dat overmacht een plotselinge en onvoorziene gebeurtenis is die zich voordoet op een dag die normaal gesproken zou zijn gewerkt. De huidige context biedt echter een argument om het argument te onderbouwen dat dagen van tijdelijke werkloosheid als gevolg van overmacht geen "dagen van normaal werk" zijn. Dit is zeker het geval voor ondernemingen die getroffen worden door de preventieve maatregelen van de federale overheid en die tot 5 april (termijnop 27 maart verlengd tot en met 19 april) hun toevlucht moeten nemen tot tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.

Bovendien, en misschien een belangrijker argument, moet het doel van het gewaarborgd loon niet worden vergeten: een werknemer heeft recht op het gewaarborgd loon ter compensatie van een loonverlies als gevolg van zijn of haar arbeidsongeschiktheid. Indien hij in ieder geval niet zou hebben kunnen werken (door de overmachtsituatie), zelfs bij afwezigheid van ziekte, is er geen loonverlies en dus geen gewaarborgd loon ter vervanging van een niet-bestaand loon (omdat de werknemer recht zou hebben gehad op een tijdelijke werkloosheidsuitkering ten laste van de RVA).

Deze ruime interpretatie van artikel 56 van de Arbeidsovereenkomstenwet moet het dus mogelijk maken om aanspraken op gewaarborgd loon af te wijzen in gevallen waarin de onderneming tijdelijke werkloosheid moet toepassen en om werknemers die arbeidsongeschikt zijn wegens ziekte te verwijzen naar het stelsel van de ziektekostenverzekering (naar het ziekenfonds).

(Dezelfde redenering zou gelden als de overheid in de huidige context zou besluiten om het werken op zaterdag of zondag te verbieden. Een werknemer die op die dagen ziek wordt, zou geen recht hebben op het gewaarborgd loon, aangezien hij als gevolg van het besluit van de overheid toch niet op die dagen zou hebben gewerkt.)

 

  1. Wat gebeurt er als een werknemer ziek wordt voor het begin van een periode van tijdelijke werkloosheid door overmacht?

Als de werknemer voor het begin van een periode van tijdelijke werkloosheid ziek wordt door overmacht die de hele onderneming (of een afdeling van de onderneming) treft, dan moet de werkgever het gewaarborgde loon betalen tot en met de dag voor het begin van de tijdelijke werkloosheid. Vanaf de eerste dag van de tijdelijke werkloosheid moet de werknemer een arbeidsongeschiktheidsuitkering aanvragen bij zijn ziekenfonds.

 

  1. Heeft de werknemer een attest van zijn behandelende arts waaruit blijkt dat hij zich niet naar het werk mag begeven, maar dat er geen effectieve ziekte/arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld?

In de FAQ van de RVA, zoals bijgewerkt op 22 maart 2020, staat het volgende:

" Wanneer uit het attest duidelijk blijkt dat de werknemer niet mag werken, bijvoorbeeld omdat

    • er ernstige aanwijzingen zijn van een besmetting
    • een familielid onder hetzelfde dak effectief besmet is en er gevaar is op besmetting van andere werknemers,

Dan kan de werknemer tijdelijk werkloos worden gesteld omwille van overmacht.

Opgelet: de werknemer mag niet ziek zijn. Indien hij ziek is, moet de werkgever gewaarborgd loon betalen en zal later de mutualiteit tussenkomen.

Het RIZIV heeft echter een model medisch getuigschrift opgesteld op haar website. Dit getuigschrift kan door de behandelende arts worden afgegeven na een telefonische consultatie voor :

    • Patiënten die mogelijks besmet zijn met COVID-19
    • Patiënten die lijden aan een chronische aandoening en die zich niet naar de arts mogen begeven volgens de richtlijnen in het kader van COVID-19 (immunodepressie, enz.).

Dit bewijs van arbeidsongeschiktheid is alleen bedoeld voor de controlegeneesheer van het ziekenfonds. Het is niet bedoeld voor de werkgever. Voor zover niet wordt aangetoond dat de werknemer lijdt aan de ziekte van COVID-19, kan deze verklaring geen aanleiding geven tot gewaarborgd loon. Het RIZIV stelt echter voor dat dit certificaat naar het ziekenfonds wordt gestuurd en laat daardoor uitschijnen dat het ziekenfonds hier misschien tussen zou komen. Het is echter moeilijk om het verschil vast te stellen tussen de "ernstige aanwijzingen van besmetting" die RVA in haar FAQ vernoemt en de mogelijke besmetting die bedoeld wordt door het RIZIV.

Unisoc is van oordeel dat het de eerste stelling is die hier toepassing vindt. In het door het RIZIV vastgestelde modelgetuigschrift wordt namelijk geen melding gemaakt van een ziekte als zodanig en het systeem van ziekteverzekering kan dan logischerwijs niet toegepast worden. De werknemer die bovengenoemd attest ontvangt, moet dus op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht worden geplaatst.

Opmerking: in het geval van een getuigschrift dat, bij afwezigheid van ziekte, de werknemer preventief oplegt om thuis te blijven, is de werknemer in eerste instantie ertoe gehouden om te telewerken. Alleen als telewerk niet mogelijk is voor zijn job, kan hij of zij op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht worden geplaatst.

Op verzoek van de Groep van 10 is de NAR gevraagd de vragen uit dit punt 6 te verduidelijken en te komen tot een medisch attest waarin een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen arbeidsongeschiktheid enerzijds en anderzijds de aanbeveling van de behandelende arts dat de werknemer als preventieve maatregel binnen moet blijven (waar dan nog telewerk mogelijk zou zijn afhankelijk van de functie).

Unisoc zal u verder op de hoogte houden van het resultaat van de werkzaamheden.

 

Terug naar themafiche