Compensatie voor werkgevers in het kader van de suppletieve CAO nr. 164 met betrekking tot de fietsvergoeding

Update 1/7/24

Ter herinnering: op 24 januari 2023 ondertekenden de sociale partners die zetelen in de Nationale Arbeidsraad, waaronder Unisoc, CAO nr. 164 betreffende de werkgeversvergoeding voor de verplaatsingen van de werknemer met de fiets tussen de woonplaats en het werk. Dit was een aanvullende collectieve arbeidsovereenkomst die niet van toepassing was op sectoren en ondernemingen die al in een fietsvergoeding voorzagen. Ze trad in werking op 1 mei 2023 (zie nieuwsbericht).

In de socialprofitsectoren ging het om thuishulp (CP 318.01), maatwerkbedrijven (CP 327.01 en 327.03), federale en bicommunautaire socio-culturele organisaties (329.03) en onderwijsinstellingen (225.02).

Tegelijkertijd had de regering zich ertoe verbonden om een compensatiemechanisme te voorzien in de vorm van een belastingkrediet (ongeacht het belastingstelsel, en dus ook voor vzw's die onderworpen zijn aan rechtspersonenbelasting). Het heeft wat tijd gekost tussen de ondertekening van de CAO, de inwerkingtreding ervan op 1 mei 2023 en de invoering van de belastingkrediet eind december 2023.

Concreet introduceert artikel 31 van titel 5, hoofdstuk 1 van de wet een belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding voor belastingplichtigen in het kader van CAO nr. 164, voor effectief gemaakte verplaatsingen in de periode 1 mei 2023 t.e.m. 31 december 2024. Dit krediet wordt toegekend zowel aan degenen onderworpen zijn aan de personenbelasting, als aan degenen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting en de onderworpenen aan de belastingen voor niet-inwoners. Het gedeelte van het belastingkrediet dat niet kan worden verrekend, wordt terugbetaald indien het tenminste 2,50 euro bedraagt. Dit wil zeggen dat zelfs wanneer een belastingplichtige geen belastingen verschuldigd is, hij voordeel zal hebben aan het belastingkrediet. Het krediet is van toepassing op de aanslagjaren 2023 tot 2026.

Berekeningsmethode

Het bedrag van de belastingvermindering voor de verhoging van de fietskilometervergoeding is gelijk aan de verhoging van de fietskilometervergoeding vermenigvuldigd met het aantal kilometers waarvoor de fietskilometervergoeding wordt toegekend, met een maximum van 20 kilometer per enkel traject.

Modaliteiten

In het KB heeft de koning de modaliteiten voor het leveren van het bewijs en de voorwaarden voor de toepassing van het belastingkrediet vastgelegd.  Het bepaalt dat de belastingplichtige die aanspraak maakt op het belastingkrediet voor de kilometervergoeding toegekend onder CAO 164 een document moet opstellen dat de volgende informatie bevat:

• • het bedrag van de referentiefietskilometervergoeding (bedoeld in artikel 30, 3°, van de voornoemde wet van 28 december 2023), d.w.z. de vergoeding die wordt toegekend voor verplaatsingen op 1 juli 2022;
•  
  • het aantal afgelegde kilometers waarvoor een kilometervergoeding voor woon-werkverplaatsingen werd toegekend onder CAO 164 tijdens het belastbare tijdperk, in voorkomend geval, uitgesplitst per kalenderjaar waarin de kilometers werden afgelegd, met vermelding van het kalenderjaar of, in voorkomend geval, de kalenderjaren waarin de kilometers werden afgelegd;
•  
  • bevestiging van de belastingplichtige dat de verhoging van de kilometervergoeding voor fietsgebruik niet door derden is gecompenseerd.
•  

Houd er rekening mee dat de belastingvermindering alleen wordt toegekend voor de eerste 20 kilometer per enkel traject. Het aantal kilometers per enkel traject boven het maximum van 20 kilometer is daarom niet relevant voor de toepassing van de belastingkrediet en wordt daarom niet vermeld op het document.

Het document moet bij de belastingaangifte worden gevoegd.

Update 1/7/24

Op 1/7/24 publiceerde de FOD Financiën een circulaire met meer informatie over de voorwaarden.