Uitvoering van het sociaal akkoord inzake flexibiliteit

Eén van de belangrijke dossiers voor de werkgevers uit het sociaal akkoord, zijn de maatregelen inzake flexibiliteit en overuren. De werkgeversorganisaties (VBO, Unizo, UCM, Agrofront en Unisoc) hebben samen een communicatie opgesteld die deze maatregelen duiden. De regering heeft tijdens de Ministerraad van 20 juli alvast deze maatregelen goedgekeurd (volgend op het advies nr. 2.237 van de NAR). 

temps de travail (3)
  1. 120 bijkomende vrijwillige overuren of ‘relance-‘uren’

In uitvoering van het sociaal akkoord dat in de G10 gesloten werd op 8 juni jl., heeft de Nationale Arbeidsraad bij advies nr. 2237 van 15.07.21 aan de regering gevraagd dat zij de nodige wettelijke en regelgevende maatregelen treft om de huidige crisismaatregel bestaande in de toekenning van 120 bijkomende vrijwillige overuren met een specifieke, gunstige behandeling, ‘relance-uren’ genoemd, vanaf 01.07.21 toe te passen in ondernemingen uit alle sectoren tot 31 december 2022.

Deze maatregel houdt in het bijzonder in dat:

Voor 2021 (tot 31 december 2021) :

    • voor de essentiële of cruciale sectoren (in toepassing van de bijlage bij het MB van 1 november 2020 houdende wijziging van het MB van 28 oktober 2020) het saldo van de bijkomende vrijwillige overuren die reeds werden toegekend in het kader van de relancemaatregelen van de regering, verder wordt toegekend tot einde december 2021. De bijkomende vrijwillige overuren die reeds in dit kader in 2021 werden gepresteerd, dienen aldus in mindering te worden gebracht op het contingent van extra vrijwillige overuren dat nog kan gepresteerd worden in 2021. Zij zullen aldus verder gebruik kunnen blijven maken van het resterende saldo dat de regering hen reeds toekende onder de noemer van ‘corona-overuren’, maar dat nog niet volledig werd opgebruikt.
    • voor de niet-essentiële sectoren eveneens 120 bijkomende vrijwillige overuren worden toegekend.

Voor 2022 (tot 31 december 2022): 120 bijkomende vrijwillige overuren worden toegekend voor alle sectoren.

De toepassingsmodaliteiten die reeds van toepassing waren voor de essentiële sectoren, blijven behouden en worden ook toepasbaar op de niet-essentiële sectoren. Dit betekent in concreto:

    • geen recuperatie, geen overloontoeslag, geen meerekening voor de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur en voor de interne grens, vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen en geen onderwerping aan de personenbelasting voor de werknemer.

Artikel 25 bis, § 2 van de Arbeidswet is ook toepasselijk op deze relance-uren, hetgeen impliceert dat het akkoord van de werknemer om deze relance-uren te presteren schriftelijk dient vastgesteld te worden voor een hernieuwbare periode van 6 maanden en dat dit akkoord uitdrukkelijk en voorafgaandelijk aan de betrokken periode dient te worden gesloten. Het moet dus duidelijk zijn dat de werknemer zijn akkoord heeft gegeven voor dit specifieke regime van de relance-uren (o.a. zonder overloontoeslag), en dat dit akkoord ook voorafgaandelijk aan het gebruik ervan wordt gegeven.

Een akkoord, gegeven in het kader van de gewone vrijwillige overuren in toepassing van artikel 25 bis Arbeidswet is dus niet geldig (ratio: voor deze vrijwillige overuren is er een overloontoeslag verschuldigd; het moet duidelijk zijn dat de werknemer ervan op de hoogte is dat er voor de relance-uren geen toeslag verschuldigd is).

In de mate dat de werknemer in een essentiële sector zijn akkoord reeds heeft gegeven voor de bijkomende vrijwillige overuren, in toepassing van de wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke steunmaatregelen, kan dit akkoord wel verder gelden voor de resterende duur van de periode van 6 maanden.

Aangezien de wettelijke en regelgevende bepalingen voor de uitvoering van deze maatregel niet meer tijdig voor het parlementaire zomerreces kunnen worden gefinaliseerd, hebben de werkgeversorganisaties er gezamenlijk bij de regering en de bevoegde ministers op aangedrongen dat deze, samen met de diverse administraties, alles in het werk zullen stellen opdat de werknemers in alle sectoren met onmiddellijke ingang van deze maatregel gebruik kunnen maken. Dit in afwachting dat het wettelijke proces, dat enige tijd in beslag zal nemen, zal worden gefinaliseerd. Om de nodige rechtszekerheid te creëren, is in concreto afgesproken dat:

    • de FOD WASO een communicatie op haar website zal plaatsen dat zij de toepassing van deze maatregel met ionmiddellijke ingang aanvaardt
    • de RSZ een instructie zal sturen aan de werkgevers en sociale secretariaten waaruit moet blijken dat deze relance-uren vrijgesteld zijn van socialezekerheidsbijdragen en dus ook niet moeten worden aangegeven in de DmfA
    • De FOD Financiën de toepasselijkheid van de vrijstelling van de personenbelasting van de werknemer retroactief zal aanvaarden met ingang vanaf 01.07.21 eens het wetgevende proces volledig is doorlopen. Onder voorbehoud van de ontwerpteksten, betekent dit dat de ingehouden en doorgestorte bedrijfsvoorheffing pas na de publicatie van de wet geregulariseerd zal kunnen worden. Concreet betekent dit ook dat vanaf de inwerkingtreding van de wet een correctie zal moeten gebeuren van de loonbriefjes.

 

  1. Fiscaal gunstregime van gedeeltelijke vrijstelling van BV voor 180 overuren

In uitvoering van het sociaal akkoord dat in de G10 gesloten werd op 8 juni jl., heeft de Nationale Arbeidsraad bij advies nr. 2237 van aan de regering gevraagd dat zij de nodige wetgevende maatregelen treft opdat het aantal fiscaal gunstige overuren, in toepassing van artikel 154bis en 275 WIB92, zou opgetrokken worden van 130 overuren naar 180 overuren voor alle sectoren, met inwerkingtreding op 1 juli 2021 en tot 30 juni 2023.

Het gaat om de overuren (per jaar en per werknemer) waarvoor een overloontoeslag verschuldigd is en een regeling bestaat die voorziet in een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor de werkgever en een vermindering van de bedrijfsvoorheffing voor de werknemer.

Voor 2019 en 2020 werd het aantal overuren waarvoor dit gold, tijdelijk opgetrokken tot 180 overuren, maar vanaf 2021 ging het opnieuw om 130 overuren, tenzij voor de horecasector, de uitzendsector (voor wat betreft de gebruikers die onder het PC nr. 302 werken) en de ondernemingen die werken in onroerende staat verrichten, waarvoor onder voorwaarden specifieke regelingen gelden.

De wettelijke basis voor de optrekking tot 180 overuren kon echter niet meer tijdig worden voorzien voor het parlementair zomerreces en wordt aldus geagendeerd in het Parlement vanaf september 2021.

Het kabinet van de minister van Financiën, samen met de FOD Financiën, heeft ons evenwel bevestigd dat deze maatregel, eens deze door een wet zal zijn bekrachtigd (waarschijnlijk in september of oktober), retroactief zal kunnen worden toegepast met ingang vanaf 01.07.21. Concreet betekent dit dat de ingehouden en doorgestorte bedrijfsvoorheffing voor de betrokken maanden pas na de publicatie van de wet geregulariseerd zal kunnen worden. Concreet betekent dit ook dat vanaf de inwerkingtreding van de wet een correctie zal moeten gebeuren van de loonbriefjes.

 

Terug naar themafiche

logo's werkgevers.JPG