Technisch verslag: hoge inflatie leidt tot grote loonstijgingen in 2022

Op 11 februari heeft het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) het technisch verslag 2021 over de loonmarge gepubliceerd. Dit is een tussentijdse evaluatie van de ontwikkeling van de lonen in België in vergelijking met de naburige referentielanden voor de IPA-periode 2021-2022. De conclusie is dat de recordhoge inflatie (7,6% in januari 2022) de lonen via de automatische indexeringsmechanismen zeer snel opdrijft. Dit is niet het geval in de aangrenzende referentielanden.

rap tech fr.PNG

Wat zijn de gevolgen voor onze sectoren?

In de socialprofitsectoren verwachten wij vier loonindexeringen van 2% in de periode 2021 en 2022. Als we ook rekening houden met de evolutie van de lonen door de barema's en de anciënniteit, komen we uit op een stijging van bijna 10% van de loonmassa.  Deze situatie is al tientallen jaren niet meer voorgekomen. Dit vormt een grote uitdaging voor onze organisaties en roept vragen op.

Hoe kunnen organisaties het hoofd bieden aan de stijging van de werkingskosten (ten gevolge van de inflatie) en de personeelskosten (ten gevolge van de indexeringen)? Vaak evolueren de ontvangsten, die organisaties in staat stellen de rekeningen in evenwicht te brengen, niet op dezelfde manier. Zo hebben sommige overheden de financiering van werkingskosten gedurende vele jaren "bevroren". De mogelijkheid om hogere kosten door te rekenen aan de ontvanger van de dienst is over het algemeen niet mogelijk, en niet wenselijk in het belang van de toegankelijkheid van diensten voor iedereen. Bovendien moet de kwaliteit van de geleverde goederen en diensten gewaarborgd blijven.

Wat leert het rapport ons?

Sinds medio 2021 is er sprake van een snelle prijsstijging onder invloed van de ontwikkeling van de energieprijzen. Op een gegeven moment dachten experts dat dit een tijdelijke evolutie was. Vandaag verwachten meer mensen dat de energieprijzen in 2022 waarschijnlijk hoog zullen blijven. Bovendien lijkt de inflatie niet langer beperkt te blijven tot energieproducten. Er is ook een stijging van de prijzen van goederen en diensten in het algemeen (ook wel kerninflatie genoemd). In België vertaalt de inflatie zich vrij snel in loonstijgingen. In de buurlanden is er ook een hoge inflatie, maar die zal pas in 2023 en 2024 een potentieel effect op de loononderhandelingen hebben. De omvang zou daarenboven ook kleiner kunnen zijn.

In de toekomst zal het van belang zijn ervoor te zorgen dat een inflatiespiraal op lange termijn wordt voorkomen en dat de prijsstijging in België niet hoger is dan in de buurlanden. 

Een ander element dat in het verslag wordt opgemerkt is dat de "loondrift" groter is dan verwacht, d.w.z. de natuurlijke ontwikkeling van de lonen in de ondernemingen (indexering en barema's niet meegerekend). Er zijn twee verschijnselen die dit gedeeltelijk verklaren. In de eerste plaats de spanningen (tekorten) op de arbeidsmarkt die organisaties ertoe aanzetten gunstigere voorwaarden voor aanwerving te bieden. Ten tweede, de vergrijzing van de beroepsbevolking. Het aandeel van de werknemers ouder dan 50 jaar in de socialprofitsectoren is de laatste jaren namelijk geleidelijk toegenomen van 25% tot 33%. Een oudere werknemer ontvangt gemiddeld een hoger salaris.

Op macro-economisch niveau raamt het verslag de loonhandicap op 1,2%. Recentere prognoses van het Federaal Planbureau suggereren dat de handicap zelf eerder 2% zou kunnen bedragen. Dit betekent een verlies aan concurrentievermogen voor de Belgische economie ten opzichte van Duitsland, Frankrijk en Nederland. Deze handicap zal moeten worden goedgemaakt in de volgende loonmarge 2023-2024. 

Onze commerciële werkgeverspartners zijn bezorgd en wijzen erop dat de wet van 1996 tussentijdse correctiemechanismen bevat wanneer in het eerste jaar van de IPA-periode een overschrijding van de loonkosten wordt vastgesteld (artikelen 11, 12, 13). Deze vereisen echter ofwel een consensus tussen de sociale partners (op intersectoraal of sectoraal niveau), ofwel een ingrijpen door de regering. De werkgeversorgansiaties riepen de vakbonden en de regering daarom op om na te denken over mogelijke pistes.

 

Terug naar de thematische fiche