De federale regering bereikt een akkoord over de begroting

De federale regering heeft haar begroting opgemaakt voor 2023 én 2024. Over beide jaren heen wordt een gecombineerde budgettaire inspanning van 3,6 miljard gepland: 2,1 miljard in 2023 en 1,5 miljard in 2024. Hierbij geven we een overzicht van een aantal belangrijke maatregelen voor socialprofitondernemingen.

budget (6)

Een overzicht:

    1. De loonindexeringen worden gerespecteerd, maar de werkgevers worden gecompenseerd via een vermindering van de netto werkgeversbijdragen (budget 1 miljard euro, waarvan 195 miljoen voor de socialprofitsector). De maatregel geldt dus zowel voor grote en kleine ondernemingen, als (zoals gevraagd door Unisoc) voor profit- en non-profitondernemingen. Twee maatregelen worden voorzien: 
        1. Eerste en tweede kwartaal 2023: een vermindering van de RSZ-bijdragen. Het gaat om een vermindering van 7,07% van de netto patronale basisbijdragen. De technische uitwerking van deze maatregel dient nog verder te gebeuren.
          Wat verstaat men onder de netto patronale bijdrage? Het gaat om de effectief te betalen werkgeversbijdragen, dus de totale werkgeversbijdragen (25% voor categorie 1 en 3a, +/- 34% voor categorie 2 en 19,88 voor categorie 3b) verminderd met het forfait van de structurele lastenverlaging, de hoge- of lagelonencomponent en een eventuele doelgroepvermindering. De maatregel zal ook gelden voor publieke zorginstellingen.
        2. Derde en vierde kwartaal van 2023: uitstel van betaling van de RSZ-bijdragen.
    1. Het contingent van 475 uren voor studenten wordt uitgebreid en verhoogd tot 600 uur voor de komende twee jaren: voor zowel 2023 als 2024.

    2. Het aantal sectoren dat gebruik kan maken van flexi-jobs wordt uitgebreid. Flexi-jobs zullen ook mogelijk zijn voor de volgende sectoren: landbouw, evenementen- en cultuursector, in de zorg en de sport.

    3. Maatregelen rond flexibel werken in de zorg worden verlengd.

    4. Verlenging van een aantal energiemaatregelen voor ondernemingen tot het einde van het eerste kwartaal van 2023: accijnsverlaging op gas en elektriciteit, de tijdelijke werkloosheid “energie” en het overbruggingsrecht “energie”.

    5. De verdere harmonisering van de maatwerkbedrijven op federaal niveau (kost: 12,8 miljoen). De categorie 3b (mindervalide werknemers) zal uitgebreid worden naar de doelgroepmedewerkers van de maatwerkbedrijven. Dit op voorwaarde dat de Vlaamse regering de vrijgekomen middelen zal herinvesteren in de sector.

    6. De re-integratie van de langdurig werklozen via de “zone zéro chômeurs”. Het gaat om een begeleidingstraject voor personen die langdurig werkloos zijn, waarbij de werkloosheidsuitkering verder uitbetaald wordt. Deze maatregel zal uitgevoerd worden in nauw overleg met de regio’s (in deze voornamelijk Wallonië en Brussel die deze maatregel kennen).

    7. In de komende maanden volgt ook nog:
      1. Een eerste stap zetten naar een fiscale hervorming om de kosten op arbeid te verminderen (belastingvrije som, in combinatie met werkbonus en belastingkrediet).
      2. De herfinanciering van de dringende medische hulpverlening. Stappenplan om tegen 2025 162 miljoen euro te investeren.
      3. Uitwerken van een provisie voor de energiefactuur van ziekenhuizen (80 miljoen).
      4. Gezondheidsshift realiseren door consumptie van ongezonde producten te ontmoedigen en gezonde producten aan te moedigen.
      5. Bijkomende financiering om langdurig zieken weer aan het werk te helpen (o.a. via terug-naar-werk coördinatoren en door private begeleidingsdiensten te betrekken).

Naarmate we over meer info beschikken (zoals de herziening van tijdskrediet om voor een kind te zorgen, verlaging leeftijd naar 5 jaar), zullen we dit nieuwsbericht updaten.