De CRB bepaalt de “maximaal beschikbare marge” in kader loononderhandelingen op 0,4% voor 2021-2022

Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) Verslag

Het secretariaat van de CRB heeft zijn Technisch Verslag over de maximaal beschikbare marge voor de ontwikkeling van de loonkosten uitgebracht. Elke twee jaar onderhandelt de Groep van Tien over een interprofessioneel akkoord (IPA) waarin een maximale marge wordt vastgelegd, die beter bekend staat als de loonnorm.

rap tech fr.PNG

Als ondersteuning van de interprofessionele loononderhandelingen, bezorgt het secretariaat van de CRB aan de Groep van Tien een Technisch Verslag, dat de berekeningen voor de maximale beschikbare marge omvat.

Deze marge wordt berekend op basis van de verwachte loonontwikkelingen in de referentielanden – Duitsland, Frankrijk en Nederland – en de prognoses voor de loonindexatie in België. Ze houdt eveneens rekening met de loonkloof die mogelijk is ontstaan tussen België en de drie referentielanden sinds 1996. 

Volgens de berekeningen van het secretariaat van de CRB bedraagt de maximaal beschikbare marge 0,4 % voor de periode 2021-2022. Die toename komt ‘bovenop’ de volgens de Wet steeds gegarandeerde loonindexering (geraamd op +2,8%) en baremieke verhogingen.

De marge wordt becijferd volgens de bepalingen van de hernieuwde wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. Meer uitleg bij de methodologie die wordt gebruikt in het Technisch Verslag leest u op de website van de CRB.

Op basis van dit verslag zal de Groep van 10 werk maken van het IPA.

 

Terug naar themafiche technisch verslag

Terug naar themafiche IPA