De Groep van 10 akkoord over een ontwerptekst voor het IPA 2019-2020

Afgelopen nacht hebben de sociale partners uit de Groep van 10 een ontwerptekst voor een Interprofessioneel Akkoord 2019-2020 afgewerkt. Via dit nieuwsbericht willen we jullie informeren over de belangrijkste elementen die in deze ontwerptekst staan.

divers (6)

Belangrijk om te vermelden is dat de vakbonden dit ontwerpakkoord nu nog aan hun achterban zullen voorleggen. Daarnaast zullen de onderwerpen uit het IPA daarna nog verder uitgewerkt moeten worden door de sociale partners, en waar nodig bekrachtigd worden door de regering en/of het Parlement.

De loonnorm

Op basis van het technisch verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en geactualiseerde cijfers op 22 februari 2019 (nieuwe inflatieramingen), hebben de sociale partners de maximale marge voor de loonkostontwikkeling vastgelegd op 1,1% voor de periode 2019-2020. Dit is dus iets hoger dan de vooraf gecommuniceerde marge van 0,8%. Deze marge zal verder vastgelegd worden in een CAO van de Nationale Arbeidsraad.

Het minimumloon

Op vraag van de vakbonden werd ook werk gemaakt van een verhoging van het interprofessionele minimumloon. Dit minimumloon zou vanaf 1 juli 2019 met 1,1% verhoogd worden.

Vandaag bedraagt het interprofessionele minimumloon 1593,24 euro. Een verhoging met 1,1% zou het nieuwe interprofessionele minimumloon op 1610,77 euro brengen.

Daarnaast zullen de sociale partners later nog samen zitten om na te denken over een verdere verhoging van het minimumloon, waarbij legale, fiscale en parafiscale maatregelen genomen moeten worden om de werkgevers te compenseren (voorstellen formuleren tegen 30/09/2019).

Eindeloopbaanmaatregelen

Wat betreft de verschillende stelsels van SWT zal een tijdspad voorzien worden voor de volgende stelsels: zwaar beroep en nachtarbeid (met 33 jaar anciënniteit), zwaar beroep (met 35 jaar anciënniteit) en lange loopbanen.

  • 59 jaar tot 30/06/2021 (voor de lange loopbanen 31/12/2020);
  • 60 jaar vanaf 01/07/2021.

De voorwaarden voor SWT om medische redenen zouden onveranderd blijven (voorwaarden 58 jaar als leeftijd en 35 jaar anciënniteit).

Wat betreft de uitzonderingsregimes voor het tijdskrediet eindeloopbaan (zware beroepen, lange loopbaan en herstructurering), wordt het volgende bepaald:

  • Voor de opnamevorm 1/5de: leeftijdsvoorwaarde van 55 jaar;
  • Voor de opnamevorm 1/2de: leeftijdsvoorwaarde van 57 jaar.

Voor zowel de vier bovengenoemde stelsels van SWT als voor het tijdskrediet eindeloopbaan zullen nog (kader)CAO’s worden afgesloten in de NAR.

Mobiliteit

Omdat mobiliteit een belangrijk maatschappelijk thema is, kunnen ook de sociale partners hier niet naast kijken. Daarom nemen ze volgende bepalingen op in het IPA 2019-2020:

  • De sociale partners bevelen hun sectoren aan om gebruik te maken van het mobiliteitsbudget;
  • De sociale partners bevelen hun sectoren aan om gebruik te maken van de fietsvergoeding;
  • De bedragen van CAO 19octies zullen aangepast worden: vanaf 1 juli 2019 worden de forfaitaire bedragen uit de CAO verhoogd van 64% tot 70%, en vanaf 1 juli 2020 zal de CAO ook van toepassing zijn op woon-werkverkeer van minder dan 5 kilometer;
  • Een gemengde commissie NAR-CRB zal georganiseerd worden, waarin gesproken zal worden over het gebruik van duurzame mobiliteitsmodi.

Enkele andere maatregelen

  1. Vrijwillige overuren: via een CAO van de NAR het bestaande krediet van 100 uren verhogen naar 120 uren.
  2. Artikel 39ter: een alternatieve regeling uitwerken voor het aanwenden van een deel van de ontslagvergoeding zoals bepaald in de artikel 39ter van de Arbeidsovereenkomstenwet.

Verlengingen

De sociale partners vragen via het IPA iedere twee jaar dat een aantal maatregelen verlengd worden. Zo ook voor de periode 2019-2020:

  1. De werkgeversbijdrage van 0,10% van de totale loonmassa voor inspanningen ten voordele van personen die tot de risicogroepen behoren, en de vrijstelling van de startbaanverplichting indien een sector de inspanningen ten voordele van de risicogroepen verhoogt tot 0,15% van de totale loonmassa;
  2. De innovatiepremie;
  3. Het behoud van de boete in het kader van de bijzondere regeling van outplacement (45+) op 1.800 euro;
  4. De overheidstussenkomst in het kader van het 80/20-systeem. Dit is de tussenkomst van de werkgever in de kosten voor het openbaar vervoer in het woon-werkverkeer via een derdebetalersovereenkomst.